ECLI:NL:RBMNE:2022:654

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
22 februari 2022
Zaaknummer
9543242
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur met betwisting van ontvangst

In deze zaak vorderde Infomedics B.V. betaling van een onbetaalde factuur van € 28,72 van [gedaagde], die een tandartsbehandeling had ondergaan. Infomedics stelde dat de factuur op 15 april 2021 naar [gedaagde] was gestuurd, maar [gedaagde] betwistte de ontvangst van de factuur en de herinneringsbrieven, en stelde dat deze naar een verkeerd adres waren verzonden. De kantonrechter oordeelde dat Infomedics niet had aangetoond dat de factuur naar het juiste adres was gestuurd. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim was geraakt. De kantonrechter wees de hoofdsom van € 28,72 toe, maar wees de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten af, omdat niet was aangetoond dat [gedaagde] de aanmaningen had ontvangen. De proceskosten werden voor rekening van Infomedics gesteld, omdat de kantonrechter oordeelde dat de gemaakte kosten onnodig waren.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9543242 UC EXPL 21-8097 SV/40160
Vonnis van 2 maart 2022
inzake
de besloten vennootschap
Infomedics B.V., mede handelend onder de namen Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd te Almere,
verder ook te noemen: Infomedics,
eiseres,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het proces-verbaal van de rolzitting van 8 december 2021
- de conclusie van repliek
- het proces-verbaal van de rolzitting van 2 februari 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 6 maart 2021 een tandartsbehandeling ondergaan bij [onderneming] in [plaatsnaam 1] (hierna: de [onderneming] ). De [onderneming] heeft haar vordering op [gedaagde] voor de medische behandeling overgedragen aan Infomedics.
2.2.
[gedaagde] heeft gewoond in een [.] in [plaatsnaam 2] .
2.3.
Infomedics heeft op 15 april 2021 een nota aan [gedaagde] gestuurd aan het adres [adres] ( [postcode] ) in [plaatsnaam 3] , voor een bedrag van € 28,72.
2.4.
[gedaagde] is in mei 2021 verhuisd van het [.] in [plaatsnaam 2] naar een [.] in [plaatsnaam 4] .
2.5.
[gedaagde] heeft de nota niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van [gedaagde] om aan Infomedics te voldoen: € 265,08, bestaande uit € 28,72 aan hoofdsom, € 0,30 aan rente tot 2 november 2021, € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 28,72 vanaf 2 november 2021.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt Infomedics dat [gedaagde] jegens Infomedics toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen de [onderneming] en [gedaagde] gesloten behandelovereenkomst. [gedaagde] heeft het nog aan de [onderneming] verschuldigde bedrag van € 28,72 van de nota van 15 april 2021, ondanks schriftelijke aanmaningen, onbetaald gelaten. Infomedics maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten omdat [gedaagde] in verzuim is geraakt en zij de vordering uit handen heeft moeten geven aan een incassobureau.
3.3.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd. [gedaagde] betwist niet dat hij de nota moet betalen, maar hij vindt dat hij de overige kosten niet hoeft te betalen omdat Infomedics onzorgvuldig heeft gehandeld. [gedaagde] heeft de nota en de herinneringsbrieven niet ontvangen. De nota is naar het verkeerde adres gestuurd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] heeft erkend dat hij de nota van 15 april 2021 moet betalen. Daarom zal het openstaande bedrag van € 28,72 worden toegewezen.
4.2.
[gedaagde] stelt dat hij de nota, die naar het verkeerde adres is gestuurd omdat hij toen in [plaatsnaam 2] woonde, niet heeft ontvangen. Ook de betalingsherinneringen heeft hij niet ontvangen. Infomedics stelt dat zij het door [gedaagde] opgegeven adres aan de [adres] in [plaatsnaam 3] heeft gecontroleerd bij de zorgverzekeraar. Volgens Infomedics heeft [gedaagde] het verkeerde adres opgegeven, waarvan de gevolgen voor zijn rekening en risico moeten komen. [gedaagde] heeft uitdrukkelijk betwist dat hij in [plaatsnaam 3] heeft gewoond en hij begrijpt niet hoe zijn zorgverzekeraar dat adres heeft kunnen opgeven.
4.3.
Vaststaat dat [gedaagde] rond de datum van de nota in [plaatsnaam 2] woonde, zodat niet vaststaat dat de nota, die is gericht aan [gedaagde] op een adres in [plaatsnaam 3] , naar het juiste adres van [gedaagde] is verstuurd. De kantonrechter is van oordeel dat Infomedics haar stelling dat [gedaagde] aan de [onderneming] een verkeerd adres heeft opgegeven, niet onderbouwt. De door Infomedics overgelegde e-mail van de [onderneming] bevestigt juist dat zij niet kan bewijzen dat [gedaagde] het adres in [plaatsnaam 3] aan haar heeft opgegeven. Nu Infomedics niet heeft onderbouwd dat zij de nota naar het juiste adres van [gedaagde] heeft gestuurd en ook niet is gebleken dat de nota op een andere manier (bijvoorbeeld per e-mail) door [gedaagde] tijdig is ontvangen, kan niet worden vastgesteld dat [gedaagde] na het verstrijken van de betalingstermijn van 30 dagen zoals vermeld in de nota, in verzuim is geraakt. Infomedics heeft niet gesteld naar welk adres zij [gedaagde] daarna betalingsherinneringen heeft verstuurd, zodat de kantonrechter niet kan beoordelen of het verzuim na het versturen van de betalingsherinneringen is ingetreden. [gedaagde] heeft bevestigd dat op de aanmaningsbrief van 12 oktober 2021 zijn juiste adres in [plaatsnaam 4] wordt vermeld, maar hij stelt dat hij deze aanmaning niet heeft ontvangen. Infomedics heeft daarna niet onderbouwd dat [gedaagde] de aanmaning van 12 oktober 2021 wel heeft ontvangen. De kantonrechter kan daarom ook niet vaststellen dat de aanmaning op 12 oktober 2021 is ontvangen en dat [gedaagde] daarna in verzuim is geraakt met het betalen van de nota. Nu niet is gebleken dat voor 2 november 2021 sprake was van verzuim, zal de tot 2 november 2021 gevorderde wettelijke rente worden afgewezen. Ervan uitgaande dat [gedaagde] pas met de dagvaarding, die op 11 november 2021 aan hem is betekend, heeft kennis genomen van de nota, zal de kantonrechter de over de hoofdsom van € 28,72 gevorderde wettelijke rente daarom pas toewijzen na afloop van de termijn van 30 dagen na 11 november 2021, met ingang van 12 december 2021 tot de datum waarop hij de nota volledig heeft betaald.
4.4.
Infomedics maakt ook aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, omdat Infomedics niet heeft onderbouwd dat [gedaagde] een aanmaning, waarvan hij de ontvangst heeft betwist, heeft ontvangen. Het staat daarom niet vast dat de voor toewijzing van een vergoeding vereiste aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 BW heeft plaatsgevonden.
4.5.
Voor wat betreft de proceskosten overweegt de kantonrechter dat uit het proces-verbaal van de rolzitting van 8 december 2021 blijkt dat [gedaagde] meteen na ontvangst van de dagvaarding heeft geprobeerd de zaak met Infomedics te regelen. Die stond daarvoor niet open omdat aanspraak werd gemaakt op betaling van de buitengerechtelijke kosten en men geen genoegen wenste te nemen met betaling van het enige bedrag waarop Infomedics aanspraak kon maken op dat moment: de hoofdsom. De kantonrechter heeft geen reden om aan deze toelichting die [gedaagde] heeft gegeven en die authentiek overkwam te twijfelen. Infomedics heeft dit ook niet weersproken. Uit niets blijkt ten slotte dat Infomedics [gedaagde] serieus heeft genomen en open heeft gestaan voor de optie dat de incasso van de vordering in hoofdsom al vanaf dag één niet zorgvuldig is verlopen omdat de factuur en aanmaningen niet verzonden zijn naar het adres waar [gedaagde] verbleef. De kantonrechter constateert dan ook dat de gemaakte proceskosten voorkomen hadden kunnen worden. Die moeten daarom als onnodig gemaakt voor rekening van Infomedics te komen. De kantonrechter zal Infomedics daarom veroordelen in de proceskosten die van de zijde van [gedaagde] op nihil worden gesteld.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics tegen bewijs van kwijting te betalen € 28,72 met de wettelijke rente hierover vanaf 12 december 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Infomedics in de proceskosten die van de kant van [gedaagde] worden begroot op nihil;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 2 maart 2022.