ECLI:NL:RBMNE:2022:6518

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
22/2926
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum. Eiseres had het griffierecht te laat betaald, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van haar beroep. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het griffierecht tijdig moet worden betaald om een inhoudelijke behandeling van het beroep mogelijk te maken. In dit geval was het griffierecht vastgesteld op € 50,-. Eiseres had op 23 juli 2022 een aangetekende brief ontvangen waarin zij werd geïnformeerd over de betalingstermijn van twee weken voor het griffierecht. Ondanks dat eiseres het griffierecht uiteindelijk heeft betaald, was dit te laat en heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding. Eiseres had de mogelijkheid om hulp in te schakelen, maar heeft dit nagelaten. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk behandelen en werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft wel besloten dat het te laat betaalde griffierecht aan eiseres zal worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2926

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het uitblijven van een besluit van verweerder.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Eiseres heeft namelijk het griffierecht te laat betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Awb. In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet op tijd wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet tijdig door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 23 juli 2022 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen twee weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet op tijd ontvangen. Eiseres heeft aangegeven dat zij het griffierecht te laat heeft betaald vanwege ziekte.
6. De rechtbank overweegt dat er in het geval van eiseres geen sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Eiseres had iemand anders kunnen vragen om haar te helpen of namens haar op te letten. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
9. Omdat eiseres het griffierecht wel heeft betaald, maar te laat, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 november 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.