ECLI:NL:RBMNE:2022:6516
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum behandeld. Eiser had beroep aangetekend tegen een besluit van verweerder van 17 mei 2022. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. Dit is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aangezien eiser het griffierecht niet heeft betaald.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Awb, iemand die in beroep gaat verplicht is om griffierecht te betalen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 184,-. De rechtbank heeft eiser op 13 augustus 2022 een aangetekende brief gestuurd waarin hij werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen. Aangezien het bedrag niet is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, kan de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.
De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat er geen inhoudelijke uitspraak over het beroep zal worden gedaan. Er is ook geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken op 8 november 2022 door rechter M. Eversteijn, in aanwezigheid van griffier I.J. Tiktak.