ECLI:NL:RBMNE:2022:6505

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 november 2022
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
22/1926
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen onbekend besluit in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft eiseres op 9 april 2022 beroep ingesteld tegen een onbekend besluit. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 30 november 2022 vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor inhoudelijke behandeling niet mogelijk is. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank heeft eiseres op 29 juli 2022 een brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit waartegen zij in beroep ging, op te sturen. Deze brief is retour gekomen, waarna de rechtbank de Gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens (GBA) heeft geraadpleegd en op 28 september 2022 een nieuwe brief heeft gestuurd naar het adres dat in de GBA stond vermeld. Eiseres heeft echter niet gereageerd op deze brieven, waardoor de rechtbank het besluit waartegen het beroep zich richt niet heeft ontvangen.

Gelet op het feit dat eiseres niet heeft voldaan aan de vereisten voor het indienen van een beroepschrift, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/1926

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 november 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en

onbekende verweerder, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 9 april 2022 tegen een onbekend besluit.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waar zij het niet mee eens is. Dit staat in artikel 6:5 van de Awb. Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het besluit niet is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
3. De rechtbank heeft eiseres op 29 juli 2022 een brief gestuurd naar het door eiseres opgegeven adres. In deze bief staat dat eiseres binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit waar zij het niet mee eens is. Deze brief is retour gekomen naar de rechtbank met op de envelop een handgeschreven adres. De rechtbank heeft de Gemeentelijke basisregistratie persoonsgegevens (GBA) daarom geraadpleegd. Hier kwam een ander adres naar voren. Op 28 september 2022 heeft de rechtbank nogmaals een brief gestuurd naar het adres vermeld in het GBA met daarin het verzoek om binnen vier weken een kopie van het besluit toe te sturen.
4. Eiseres heeft niet gereageerd op deze brieven. De rechtbank heeft het besluit waartegen het beroep van eiseres zich richt dus niet ontvangen.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld en de rechtbank zal geen uitspraak over het beroep doen. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van I.J. Tiktak, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.