ECLI:NL:RBMNE:2022:6503
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake bestuursrechtelijke beslissing
Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer UTR 22/2258. Deze uitspraak betreft een beroep dat door eiser is ingediend op 23 mei 2022. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldoet aan de wettelijke eisen, waardoor een inhoudelijke behandeling van de zaak niet mogelijk is.
Eiser was verplicht om een kopie van het besluit waartegen hij in beroep ging in te dienen, zoals voorgeschreven in artikel 6:5 van de Awb. De rechtbank heeft eiser op 30 mei 2022 en op 27 juli 2022 herinneringen gestuurd om deze kopie binnen vier weken aan te leveren. De laatste brief is echter onbestelbaar retour gekomen. Op 17 augustus 2022 heeft de rechtbank nogmaals een brief gestuurd, maar eiser heeft hierop niet gereageerd.
Gezien het ontbreken van de benodigde documentatie en de niet-ontvankelijkheid van het beroep, heeft de rechtbank besloten om geen uitspraak te doen over de inhoud van het beroep. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.