ECLI:NL:RBMNE:2022:6461
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake de Wet WIA en de zorgvuldigheid van het medische onderzoek door het Uwv
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt de zorgvuldigheid van het medische onderzoek door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in het kader van de Wet WIA beoordeeld. Eiseres, die sinds 29 december 2017 ziek is, heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van haar arbeidsongeschiktheidspercentage door het Uwv. Na een herbeoordeling door een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige, heeft het Uwv haar arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld op 66,15%. Eiseres is het hier niet mee eens en stelt dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd, omdat belangrijke informatie van haar jobcoach niet is meegenomen in de beoordeling.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv besluiten over arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, mits deze rapporten voldoen aan bepaalde voorwaarden. Eiseres heeft echter aangetoond dat de informatie van haar jobcoach, die haar beperkingen tijdens een Werkfittraject heeft beoordeeld, niet is meegenomen in de medische beoordeling. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is geweest en dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is. De rechtbank geeft het Uwv de gelegenheid om het gebrek te herstellen door de informatie van de jobcoach alsnog te beoordelen en met hem te overleggen.
De rechtbank stelt een termijn van zes weken voor het Uwv om het gebrek te herstellen en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in medische beoordelingen en de noodzaak om relevante informatie van betrokkenen in overweging te nemen.