Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 november 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Inleiding
Overwegingen
Verweerder moet alsnog een besluit nemen
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 21 april 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank Midden-Nederland heeft de zaak behandeld, nadat het beroep oorspronkelijk was ingediend bij de rechtbank Amsterdam, die de zaak heeft doorgestuurd naar de bevoegde rechtbank. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet noodzakelijk werd geacht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Belastingdienst/Toeslagen is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 30 mei 2022 in gebreke gesteld, en heeft vervolgens op 30 juli 2022 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen een termijn van twaalf weken na het verweerschrift alsnog een besluit te nemen, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen.
De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf en is openbaar uitgesproken op 17 november 2022.