In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 17 november 2022, is het beroep van eiseres, een inwoner van Suriname, behandeld. Eiseres had op 29 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder in deze zaak, heeft niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft op 15 juli 2022 verweerder in gebreke gesteld, waarna zij op 1 september 2022 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. Verweerder is opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn van twee weken voor verweerder te kort is, gezien de complexiteit van de herbeoordelingen en het aantal aanvragen. Daarom is een termijn van twaalf weken vastgesteld voor verweerder om een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in specifieke gevallen.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.