In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Yüksel, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, vertegenwoordigd door een onbekende gemachtigde, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 7 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 5 december 2022 een verweerschrift ontvangen van verweerder. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 9 juni 2022 in gebreke gesteld en heeft meer dan twee weken later, op 2 november 2022, beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en bepaald dat verweerder alsnog binnen een termijn van twaalf weken na het verzenden van de uitspraak een besluit moet nemen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de termijn van twee weken voor verweerder te kort is, gezien het aantal aanvragen en de complexiteit van de herbeoordelingen. De rechtbank heeft verweerder een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het betaalde griffierecht van € 50,- terugbetalen.
De uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M.E.C. Bakker, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2022. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.