In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 18 november 2022, wordt het beroep van eiseres, een inwoner van Curaçao, behandeld. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 15 juni 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op 16 juni 2022 verweerder in gebreke heeft gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 25 juli 2022 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog geen nieuw besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen een termijn van twaalf weken na de uitspraak een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.