In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 18 november 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had op 28 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst heeft niet tijdig beslist. Eiseres heeft op 7 september 2022 beroep ingesteld, nadat de Belastingdienst in gebreke was gesteld op 22 juli 2022. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst alsnog binnen twaalf weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 17 januari 2023. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding van € 379,50 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De rechtbank merkt op dat zij geen mogelijkheden heeft om de Belastingdienst te verplichten om een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is.