In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 20 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 10 november 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. Eiseres had verweerder in gebreke gesteld op 7 juni 2022, en na het verstrijken van de beslistermijn heeft zij op 28 juni 2022 beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen.
De rechtbank heeft overwogen dat de termijn van twee weken voor verweerder te kort is, gezien het aantal aanvragen en de complexiteit van de herbeoordelingen. Daarom heeft de rechtbank besloten om een termijn van twaalf weken te geven voor het nemen van een besluit, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder uiterlijk op 13 december 2022 een beslissing moet bekendmaken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat eiseres recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De proceskosten zijn vastgesteld op € 379,50, en het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- moet ook door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.