ECLI:NL:RBMNE:2022:6407

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
17 april 2023
Zaaknummer
16/655444-12 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van dwangverpleging

Op 1 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], geboren in 1983. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, gewijzigd naar een verlenging van één jaar, en heeft de dwangverpleging voorwaardelijk beëindigd. De rechtbank baseert haar beslissing op verschillende rapporten, waaronder een verlengingsadvies van de GGZ en reclasseringsadviezen, waaruit blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie, en dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen gewaarborgd kan worden door het stellen van voorwaarden aan de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Betrokkene heeft zich bereid verklaard om aan deze voorwaarden te voldoen, die onder andere inhouden dat hij geen strafbare feiten pleegt, meewerkt aan reclasseringstoezicht, en zich laat behandelen door een zorgverlener. De rechtbank heeft de beslissing op 1 februari 2022 openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/655444-12 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 1 februari 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in: [verblijfplaats] te [plaats] ,
feitelijk verblijfsadres: [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 5 december 2012 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan poging doodslag;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 februari 2013;
  • de beslissing van deze rechtbank van 15 februari 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 20 december 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van 8 december 2021 van de [verblijfplaats] , opgemaakt door drs. [medewerker GGZ 1] (behandelcoördinator en GZ-psycholoog) en dr. [medewerker GGZ 2] (psychiater, plaatsvervangend hoofd van de instelling en directeur patiëntenzorg), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar, maar de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen;
  • de voortgangsverslagen aan opdrachtgever TBS proefverlof van 15 maart 2021, 1 juni 2021, 10 augustus 2021 en 28 december 2021;
  • het reclasseringsadvies van 3 november 2021, opgemaakt door S. Wilchers, reclasseringswerker.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 1 februari 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. H.J. Timmer;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, drs. [medewerker GGZ 1] voornoemd;
- de reclasseringswerker, S. Wilchers voornoemd.

3.Het standpunt van de inrichting en de reclassering

Het standpunt van de inrichting en de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport en de onder 1 genoemde verslagen. De deskundigen voornoemd hebben ter zitting het advies van de inrichting en de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als matig tot hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van een jaar, maar de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting zijn vordering gewijzigd. Gelet op hetgeen in de hiervoor aangehaalde rapporten wordt geadviseerd, vordert hij een verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar. De officier van justitie vordert verder de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, onder de voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de gewijzigde vordering van de officier van justitie.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van deze rechtbank van 5 november 2012 veroordeeld voor poging
doodslag. De terbeschikkingstelling is niet gemaximeerd, nu sprake was van een misdrijf dat
is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of
meer personen en de rechtbank in het vonnis heeft overwogen dat de totale duur van de
maatregel een periode van vier jaar te boven kan gaan.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene,
te weten schizofrenie. Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog
ingeschat. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de
inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting, de toelichting van de deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies, de rapportages van de reclassering en het verhandelde ter terechtzitting komt naar voren dat betrokkene al langere tijd stabiel, medicatietrouw en goed in de samenwerking is. Vanaf medio 2020 was het traject helder dat betrokkene vanuit GGNet zou doorstromen naar een beschermd wonen locatie van GGNet in dezelfde regio. Het plan was om binnen het proefverlof deze overgang te monitoren, met de kliniek nog op de achtergrond. Dit vanwege het risico op ontregeling door bijvoorbeeld stress van een verhuizing en hiermee gepaard gaande onduidelijkheden, zoals een nog onbekende woonbegeleiding en een begeleiding meer op afstand. Betrokkene is inmiddels op 6 december 2021 verhuisd. Vlak voor de verhuizing was het nog de vraag of er tijdig een wijziging machtiging proefverlof kon worden afgegeven en de beschikbare woonplek vrijgehouden kon worden. Betrokkene heeft in deze stressvolle situatie laten zien dat hij hier goed mee om kan gaan. Zijn toestandsbeeld is, ondanks de stress en tegenvallers, stabiel gebleven.
Middels het huidige risicomanagement wordt verwacht dat betrokkene ook succesvol vervolg kan geven aan zijn resocialisatietraject. Het belang van het langdurig, zo niet permanent, continueren van het risicomanagement moet echter worden onderstreept. In stabiele toestand functioneert betrokkene goed, maar op basis van het verleden is ook duidelijk dat betrokkene in psychotische toestand snel kan komen tot excessief psychotisch gedreven geweld. Zowel in het belang van betrokkene als de maatschappij moet een psychotische decompensatie worden voorkomen. Enige vorm van hulpverlening maar vooral ook toezicht op medicatie-inname is naar verwachting dan ook nog lange tijd noodzakelijk.
Dit alles maakt dat de rechtbank de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar zal verlengen. Het is aan betrokkene om het komend jaar deze positieve lijn voort te zetten en te laten zien dat hij kan omgaan met meer vrijheden en de mogelijk hiermee gepaard gaande spanningsopbouw.
Voorwaardelijke beëindiging verpleging van overheidswege
De rechtbank is gelet op positieve stappen die betrokkene heeft gemaakt, de adviezen van de deskundigen en hetgeen betrokkene zelf ter zitting naar voren heeft gebracht, van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen door het stellen van na te melden voorwaarden aan een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege, voldoende kan worden gewaarborgd.
De rechtbank stelt vast dat betrokkene zich bereid heeft verklaard alle hem opgelegde voorwaarden in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege na te leven.

7.De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met een jaar;
beëindigtde verpleging van overheidswege met ingang van heden onder de volgende voorwaarden:

1.Geen strafbaar feit plegen

Betrokkene maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

2.Meewerken aan reclasseringstoezicht

Betrokkene werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
- Betrokkene meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
- Betrokkene laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van betrokkene vast te stellen.
- Betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
- Betrokkene helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
- Betrokkene werkt mee aan huisbezoeken.
- Betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
- Betrokkene vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
- Betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht.

3.Meewerken aan time-out

Betrokkene werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.

4.Niet naar het buitenland

Betrokkene gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.

5.Begeleid wonen of maatschappelijke opvang

Betrokkene verblijft in GGNet of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

6.Ambulante behandeling

Betrokkene laat zich behandelen door GGNet of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is al gestart vanuit GGNet [locatie] en wordt overgedragen aan het ForFACT van [instelling] . De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.

7.Meewerken aan schuldhulpverlening

Betrokkene werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Betrokkene geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.

8.Drugsverbod

Betrokkene gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.

9.Alcoholverbod

Betrokkene gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak betrokkene wordt gecontroleerd.

10.Contactverbod

Betrokkene heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met het slachtoffer, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Deze beslissing is genomen door mr. A. Bouteibi, voorzitter, mrs. E.W.A. Vonk en D. Riani el Achhab, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2022.