ECLI:NL:RBMNE:2022:6382
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 27 december 2022, hebben verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening. Dit verzoek volgde op een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, waarin verzoekers werd gelast om een pand aan de [adres] in [plaats] terug te brengen tot de laatst vergunde situatie per 15 januari 2023. Bij niet-naleving zou een dwangsom van € 10.000,- verbeurd worden.
De voorzieningenrechter heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat verzoekers het griffierecht van € 184,- niet hadden betaald. Volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een vereiste voor het indienen van een verzoek tot voorlopige voorziening. De rechtbank had op 19 november 2022 een aangetekende brief gestuurd naar verzoekers met de mededeling dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden, maar dit bedrag was niet ontvangen.
Aangezien verzoekers geen geldige reden hebben gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, kon de rechtbank het verzoek niet inhoudelijk behandelen. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zoals bepaald in artikel 8:83 Awb. Verzoekers kregen geen gelijk en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.