ECLI:NL:RBMNE:2022:637
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning van uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven en beoordeling letselcategorie
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds naar aanleiding van letsel dat haar dochter, aangeduid als [A], had opgelopen door een geweldsmisdrijf. De aanvraag was aanvankelijk afgewezen, maar na bezwaar werd deze herroepen en werd besloten dat [A] recht had op een uitkering van € 1.000,-. Eiseres was het niet eens met de toekenning van letselcategorie 1, die volgens haar niet passend was voor de ernst van de klachten van [A].
De rechtbank heeft vastgesteld dat de beoordeling van de aanvraag door verweerder op basis van de medische informatie van de behandelend orthopedagoog correct was. De rechtbank benadrukte dat de uitoefening van de bevoegdheid om uitkeringen te doen uit het schadefonds terughoudend moet worden getoetst, aangezien dit een discretionaire bevoegdheid betreft. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid had kunnen besluiten dat [A] in aanmerking kwam voor letselcategorie 1, gezien de beschikbare medische gegevens en het feit dat [A] nog steeds in behandeling was.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.