Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 30 juli 2013, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 10 juni 2016;
- de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 februari 2021, waarbij de beslissing van deze rechtbank van 27 juli 2020 is bevestigd en waarbij de termijn van de tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 25 april 2022, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 14 april 2022, opgemaakt door [medewerker GGZ 1] (klinisch psycholoog en behandelcoördinator) en [medewerker GGZ 2] (psychiater, lid Raad van Bestuur en hoofd van de instelling), inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 20 juni 2020 tot en met 17 januari 2022.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.