Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 21 maart 2003, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaar handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 19 juni 2003;
- de beslissing van deze rechtbank van 28 juni 2021, waarbij de termijn van de tbs terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 25 april 2022, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats 1] van 8 april 2022, opgemaakt door [medewerker GGZ 1] (verpleegkundig specialist GGZ en behandelcoördinator) en drs. [medewerker GGZ 2] (psychiater en hoofd van de instelling), inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met een jaar;
- de voortgangsverslagen over betrokkene, over de periode 1 juli 2021 tot en met 27 december 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
- Schizofrenie;
- Autismespectrumstoornis;
- Pedofilie stoornis (niet exclusieve type);
- Stoornis in cannabisgebruik (matig ernstig, langdurig in remissie in een gereguleerde omgeving;
- Depressieve stoornis (eenmalige episode, volledig in remissie).
7.De beslissing
wijst afhet verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met één jaar.