ECLI:NL:RBMNE:2022:6244

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2022
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
16/140162-02 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging en afwijzing verzoek tot aanhouding voor onderzoek naar voorwaardelijke beëindiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2022 uitspraak gedaan in een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, die in 2003 ter beschikking is gesteld na een veroordeling voor seksueel misbruik van een minderjarige. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met een jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank oordeelde dat er nog steeds sprake is van verschillende stoornissen bij de betrokkene en dat het recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft het advies van de deskundigen overgenomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs wordt verlengd. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen afgewezen, omdat er onvoldoende basis was voor een dergelijke beslissing op dat moment. De rechtbank heeft ook het verzoek tot aanhouding voor het opstellen van een maatregelenrapport afgewezen, omdat zij zich voldoende voorgelicht achtte. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/140162-02 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 23 mei 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1975 in [geboorteplaats] (Groot-Brittannië),
verblijvende in [verblijfplaats 1] in [plaats 1] ,
thans feitelijk verblijvende op de [verblijfplaats 2] in [plaats 2] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 21 maart 2003, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaar handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 19 juni 2003;
  • de beslissing van deze rechtbank van 28 juni 2021, waarbij de termijn van de tbs terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 25 april 2022, die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats 1] van 8 april 2022, opgemaakt door [medewerker GGZ 1] (verpleegkundig specialist GGZ en behandelcoördinator) en drs. [medewerker GGZ 2] (psychiater en hoofd van de instelling), inhoudend het advies om de tbs met verpleging te verlengen met een jaar;
  • de voortgangsverslagen over betrokkene, over de periode 1 juli 2021 tot en met 27 december 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 23 mei 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak;
- betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. van Harskamp, advocaat te Utrecht;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [medewerker GGZ 1] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van een jaar.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering aangepast en gevorderd de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van één jaar.
Daartoe is aangevoerd dat er nog geen volgende woonplek is voor betrokkene. Daarnaast kan een verhuizing volgens de deskundigen stress opleveren en daarmee zorgen voor een oplopend recidiverisico. Om die eventuele verhuisstress te kunnen kaderen en te zorgen dat het niet teveel effect heeft op het traject van betrokkene, dient de dwangverpleging gecontinueerd te worden. Wel is het van belang dat met één jaar verlengd wordt, zodat volgend jaar door externe deskundigen gerapporteerd kan worden wat de beste weg is om te volgen. Gelet op het voorgaande is een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel nog prematuur.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie, maar heeft wel gepleit voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging onder de voorwaarden die thans zijn verbonden aan het proefverlof van betrokkene.
Subsidiair heeft de verdediging verzocht om de beslissing ten aanzien van de dwangverpleging aan te houden voor het doen opmaken van een maatregelenrapport.
Daartoe is aangevoerd dat het niet meer proportioneel is de dwangverpleging te blijven verlengen in afwachting van een vervolgplek. Het proefverlof verloopt naar behoren en betrokkene is klaar voor een vervolgstap. Bovendien wordt hem dan perspectief geboden als eerste stap richting het einde van de tbs-maatregel.

6.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 21 maart 2003 veroordeeld voor onder meer het met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
De terbeschikkingstelling is niet gemaximeerd, nu – hoewel niet uitdrukkelijk overwogen in het veroordelend vonnis– uit dit vonnis duidelijk blijkt dat sprake was van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van verschillende stoornissen bij betrokkene, te weten:
  • Schizofrenie;
  • Autismespectrumstoornis;
  • Pedofilie stoornis (niet exclusieve type);
  • Stoornis in cannabisgebruik (matig ernstig, langdurig in remissie in een gereguleerde omgeving;
  • Depressieve stoornis (eenmalige episode, volledig in remissie).
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en het verhandelde ter terechtzitting komt naar voren dat betrokkene nog steeds op de wachtlijst staat voor Kwintes. Omdat de wachttijd zo lang is, worden ondertussen de mogelijkheden bekeken voor een tussenvoorziening, zoals bijvoorbeeld de RIBW in Arnhem.
De komende periode zal worden toegewerkt naar een verhuizing naar een vervolgvoorziening en de inbedding daarin. Betrokkene zal bij een nieuwe voorziening weer moeten wennen aan een nieuwe woonomgeving en nieuwe begeleiding. Gezien de spanningen en daarmee de kans op destabilisatie die dit teweeg kan brengen, is het huidige kader van het proefverlof in deze situatie nog geïndiceerd. Zo kunnen de huidige begeleiders van betrokkene vanuit de kliniek anticiperen in geval van stress en spanningen en kunnen zij niet alleen betrokkene, maar ook zijn toekomstige begeleiders ondersteunen en informeren tot betrokkene aan zijn nieuwe woonomgeving gewend is geraakt.
Op grond van al het voorgaande zal de rechtbank de maatregel van
terbeschikkingstelling met dwangverpleging verlengen met een jaar.
Afwijzing verzoek tot opstellen maatregelenrapport
De rechtbank acht zich gelet op het voorgaande voldoende voorgelicht, zodat zij voor het door de raadsvrouw bepleite onderzoek naar een voorwaardelijke beëindiging van de
dwangverpleging op dit moment geen aanleiding ziet. Het verzoek tot aanhouding wordt
derhalve afgewezen.

7.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afhet verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
-
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met één jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. E.J.W Verhaagh, voorzitter, mrs. E.W.A. Vonk en O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis en P. Hillaert als griffiers en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2022.
Mr. Böhmer is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.