Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 mei 2006, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat zij zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 1 juni 2006;
- de beslissing van deze rechtbank van 8 juni 2020, waarbij de termijn van de tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar en waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd;
- de vordering van de officier van justitie van 8 april 2022, die strekt tot verlenging van de tbs met één jaar;
- het verlengingsadvies van Reclassering Nederland van 30 maart 2022, opgemaakt door M. Hooijer (reclasseringswerker) en J. Janssen (unitmanager), inhoudend het advies om de tbs te verlengen met een jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 28 februari 2022, opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater;
- de voortgangsverslagen over betrokkene, over de periode 21 december 2020 tot en met 23 december 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de reclassering
4.Het standpunt van de deskundige
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De beslissing
wijst afhet verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een zorgmachtiging’.