ECLI:NL:RBMNE:2022:6242

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 mei 2022
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
16/301137-04 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met schizofrenie en hoog recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 mei 2022 uitspraak gedaan in een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 2006 ter beschikking is gesteld na een veroordeling voor poging tot moord. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. De rechtbank heeft daarbij geconstateerd dat de betrokkene lijdt aan schizofrenie en dat het recidiverisico bij beëindiging van de tbs als hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en de deskundige overgenomen, die beiden hebben geadviseerd om de tbs te verlengen. De rechtbank heeft het verzoek van de verdediging om de beslissing aan te houden voor onderzoek naar de mogelijkheden van een zorgmachtiging afgewezen, omdat de betrokkene nog niet stabiel genoeg is om meer vrijheden te krijgen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de tbs eist. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd en het verzoek tot aanhouding afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/301137-04 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 23 mei 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1982 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [verblijfplaats] te [plaats] ,
thans feitelijk verblijvende aan de [adres] [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 17 mei 2006, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat zij zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot moord;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) is ingegaan op 1 juni 2006;
  • de beslissing van deze rechtbank van 8 juni 2020, waarbij de termijn van de tbs voor het laatst is verlengd met twee jaar en waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd;
  • de vordering van de officier van justitie van 8 april 2022, die strekt tot verlenging van de tbs met één jaar;
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland van 30 maart 2022, opgemaakt door M. Hooijer (reclasseringswerker) en J. Janssen (unitmanager), inhoudend het advies om de tbs te verlengen met een jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 28 februari 2022, opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater;
  • de voortgangsverslagen over betrokkene, over de periode 21 december 2020 tot en met 23 december 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 23 mei 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak;
- betrokkene, bijgestaan door haar raadsman mr. J.C. Reisinger, advocaat te Utrecht;
- M. Hooijer, reclasseringswerker.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van een jaar.

4.Het standpunt van de deskundige

De deskundige concludeert dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Hij acht het recidiverisico op hernieuwd agressief gedrag bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig (hoog).
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van een jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen, zodat de terbeschikkingstelling kan worden beëindigd, en onderzocht kan worden wat de mogelijkheden zijn met betrekking tot een zorgmachtiging.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de beslissing aan te houden om de mogelijkheden te onderzoeken voor een zorgmachtiging.
Daartoe is aangevoerd dat betrokkene niet levenslang in de tbs kan blijven en er ook geen echt gevaar meer van haar uitgaat. Met een zorgmachtiging en een concreet zorgplan kan betrokkene blijven zitten waar ze zit en ook dan zijn er voldoende mogelijkheden om een terugval te ondervangen.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij arrest van 17 mei 2006 veroordeeld voor poging moord.
De terbeschikkingstelling is niet gemaximeerd, nu – hoewel niet uitdrukkelijk overwogen in het veroordelend arrest – uit dit arrest duidelijk blijkt dat sprake was van een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten schizofrenie.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportage van de deskundige te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies, de rapportage en het verhandelde ter terechtzitting komt naar voren dat betrokkene lijdt aan ernstige psychiatrische problematiek. Betrokkene heeft veel last van de negatieve symptomen van de schizofrenie, die zich uiten in passiviteit en inactiviteit. Betrokkene heeft een beperkt ziektebesef en overschat zichzelf voortdurend.
Omdat de problematiek van betrokkene chronisch van aard is, zal zij langdurig afhankelijk zijn van behandeling, begeleiding en toezicht. Betrokkene staat op de wachtlijst voor een beschermd wonen project bij Kwintes en naar verwachting kan zij in de zomer verhuizen. Daar zal betrokkene moeten wennen aan de nieuwe omgeving en nieuwe begeleiding. Voordat betrokkene kan doorstromen naar Kwintes, moet zij zich actief inzetten voor dagbesteding en zich houden aan de regels van het project. Dat is een duidelijke voorwaarde voor overplaatsing. Het vinden van dagbesteding is tot op heden niet van de grond gekomen.
De tbs-maatregel is nog steeds nodig, omdat het recidiverisico hoog wordt geschat bij het wegvallen van de begeleiding en behandeling die betrokkene in het kader van de tbs-maatregel krijgt. Bovendien kan betrokkene dan gemakkelijk met een time-out terug worden geplaatst in De Voorde. Een zorgmachtiging is nu nog prematuur, omdat betrokkene snel decompenseert wanneer zij meer vrijheden krijgt en een verhuizing ingrijpend en mogelijk ook ontwrichtend kan zijn. Een geleidelijke overgang van de tbs naar de zorgmachtiging is geïndiceerd.
De komende periode zal worden bekeken of betrokkene kan doorstromen naar Kwintes.. Daar zal zij moeten laten zien dat zij stabiel kan functioneren als zij meer vrijheden krijgt. Daarna kan pas worden bekeken wat de mogelijkheden zijn voor een zorgmachtiging.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de termijn van de terbeschikkingstelling verlengen met één jaar en het verzoek tot het aanhouden van de beslissing afwijzen.

8.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afhet verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een zorgmachtiging’.
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. E.W.A. Vonk, voorzitter, mrs. E.J.W. Verhaagh en O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis en P. Hillaert als griffiers en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2022.
Mr. Böhmer is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.