Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 2 november 1995 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere pogingen tot verkrachting;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 april 1997;
- de beslissing van deze rechtbank 29 april 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 8 maart 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 24 januari 2022, opgemaakt door dr. [A] (psychiater) en drs. [B] (behandelcoördinator en GZ-psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 12 januari 2022, opgemaakt door C.J. van Gestel , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 13 januari 2022, opgemaakt door T.W. van Kant , klinisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 27 december 2019 tot en met 27 december 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.