ECLI:NL:RBMNE:2022:6239

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
16/070157-95 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 april 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene, geboren in 1968 in Marokko. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De betrokkene is ter beschikking gesteld na meerdere pogingen tot verkrachting en verblijft sinds 2006 in een kliniek. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en rapportages van deskundigen. Tijdens de zitting op 6 april 2022 zijn de standpunten van de officier van justitie, de verdediging en deskundigen besproken. De deskundigen concludeerden dat er nog steeds sprake is van een stoornis en dat het recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de adviezen van de deskundigen en heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, omdat er geen zicht is op een voorwaardelijke beëindiging binnen een jaar. De beslissing is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de maatregel met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/070157-95 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 20 april 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1968 in [geboorteplaats] (Marokko),
verblijvende in de [verblijfplaats] in [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 2 november 1995 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere pogingen tot verkrachting;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 27 april 1997;
  • de beslissing van deze rechtbank 29 april 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 8 maart 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 24 januari 2022, opgemaakt door dr. [A] (psychiater) en drs. [B] (behandelcoördinator en GZ-psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 12 januari 2022, opgemaakt door C.J. van Gestel , psychiater;
  • het Pro Justitia-rapport van 13 januari 2022, opgemaakt door T.W. van Kant , klinisch psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 27 december 2019 tot en met 27 december 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 6 april 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.M. Walther, advocaat te Utrecht;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, drs. [B] (via een videoverbinding).

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

De deskundigen concluderen dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Zij achten het recidiverisico op hernieuwd seksueel gewelddadig gedrag bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig (hoog).
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar. Daartoe is aangevoerd dat betrokkene de afgelopen periode stabiel heeft gefunctioneerd en zich geen incidenten hebben voorgedaan. Hij zit op zijn plek waar hij nu zit, maar hij kan naar een plek met een lager beveiligingsniveau. Het is niet ondenkbaar dat over een jaar een voorwaardelijke beëindiging aan de orde kan zijn. Dat is een bijzondere omstandigheid en reden om een vinger aan de pols te houden.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis deze rechtbank van 2 november 1995 veroordeeld voor meerdere pogingen tot verkrachting.
De terbeschikkingstelling is niet gemaximeerd, nu – hoewel niet uitdrukkelijk overwogen in het veroordelend vonnis – uit dit vonnis duidelijk blijkt dat sprake was van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten:
- een autismespectrumstoornis;
- een verstandelijke beperking;
- een stoornis in alcoholgebruik (ernstig, in remissie);
- een stoornis in cannabisgebruik (ernstig, in remissie).
De psycholoog onderschrijft deze classificaties en sluit niet uit dat daarnaast sprake is van (rest)symptomen van schizofrenie.
De psychiater onderschrijft de vaststelling door de kliniek van stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis, alsook van een verstandelijke beperking, maar spreekt daarnaast van kenmerken van autisme, als kenmerken van (defect)schizofrenielaat zien.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportages van de deskundigen te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en de niet aan de inrichting verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportages komt naar voren dat betrokkene sinds 8 maart 2006 verblijft binnen de [verblijfplaats] in [vestigingsplaats] . Inmiddels is gebleken dat behandeling geen effect heeft gesorteerd in vermindering van het recidiverisico. Probleembesef en ziekte-inzicht zijn als gevolg van zijn stoornissen geheel afwezig.
De afgelopen twee jaren is onderzocht in hoeverre zicht is te krijgen op zijn denk- en belevingswereld. Samenvattend kan gesteld worden dat betrokkene zelf eveneens weinig zicht heeft op zijn denk- en belevingswereld, dat er sprake is van gedachtenarmoede en dat zijn toestandsbeeld vooral geobserveerd moet worden door leden van het behandelteam om in te kunnen schatten of er sprake is van spanningen. Positief is dat spanningen reeds jaren mild van aard zijn, dat ze goed zichtbaar zijn en dat betrokkene al jaren niet op zoek is naar een relatie of seksueel contact anderszins. Betrokkene is afhankelijk van de extern gevormde omgevingsprothese voor het huidige stabiele toestandsbeeld en het uitblijven van incidenten, bestaande uit structuur, overzicht, intensieve zorg en een prikkelarm milieu.
De afgelopen periode is er weinig veranderd in het toestandsbeeld van betrokkene en de pathologie is nog altijd merkbaar invaliderend aanwezig in het dagelijks leven. Betrokkene functioneert stabiel en leeft vooral in zijn eigen wereld, maar veroorzaakt op geen enkele manier problemen. Het huidige risicomanagement bestaat thans uit de beveiligde, gestructureerde omgeving waarin betrokkene verblijft. Deze is overzichtelijk en aangepast op zijn beperkte draagkracht. Het behandelteam kan de benodigde zorg bieden en maakt aan de hand van de signalenkaart een adequate inschatting van het toestandsbeeld. Betrokkene heeft sinds 2017 een verlofkader en sinds kort zijn er weer (beperkte) mogelijkheden tot het praktiseren van verlof. Recentelijk heeft betrokkene een uitbreiding toegekend gekregen voor de boodschappenverloven, zodat deze enkel begeleid door een mannelijke begeleider van de afdeling kunnen worden gepraktiseerd. De begeleide verloven worden voortgezet en dragen, naar de inschatting van het team, voor een groot deel bij aan de ervaren kwaliteit van leven van betrokkene. Betrokkene zelf geeft ook aan dat het goed met hem gaat en dat hij de verloven leuk vindt.
Vrijheid inperkende maatregelen zijn de afgelopen jaren niet nodig geweest, waardoor de vraag is ontstaan of zulk een hoog beveiligde omgeving nog noodzakelijk is voor het risicomanagement. De kliniek is van mening dat betrokkene naar een minder beveiligde omgeving kan worden overgeplaatst. In september 2021 heeft er een zorgconferentie plaatsgevonden om onder meer de uitstroommogelijkheden naar een vervolgvoorziening te bespreken. Ter terechtzitting is gebleken dat de weg via Stichting ELA niet meer te bewandelen is. Een alternatieve weg naar transmuraal verlof wordt onderzocht
De komende periode zal worden gekeken naar geschikte uitstroommogelijkheden. De kliniek gaat onderzoeken of betrokkene binnen het kader van transmuraal verlof kan uitstromen via Trajectum Hoeve Boschoord (Zorggroep ‘t Achterhuus). Dat is een beschermde woonvorm. De duur van twee jaren is nodig om de mogelijkheden tot uitstroom nader te onderzoeken en betrokkene te kunnen volgen tijdens de uitvoering ervan. Betrokkene kan impulsief zijn, waardoor hij langere tijd gevolgd moet worden, om adequaat te kunnen oordelen over vervolgstappen.
De rechtbank gaat gelet op voorstaande voorbij aan het verzoek van betrokkene om de termijn van terbeschikkingstelling vooralsnog met een jaar te verlengen. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar.
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en de rapportages vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn.
De rechtbank ziet overigens ook geen aanleiding een vinger aan de pols te houden.
De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaar verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. G.A. Bos, voorzitter, mrs. E.W.A. Vonk en J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2022.
Mrs. Vonk en Wiersma zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.