ECLI:NL:RBMNE:2022:6238

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
16/653007-17 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verlenging van terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde met een persoonlijkheidsstoornis en recidiverisico

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 april 2022 uitspraak gedaan in een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die in 2018 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor belaging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank heeft hierbij gelet op de adviezen van de reclassering en deskundigen, waaruit blijkt dat de betrokkene nog steeds lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en afhankelijke trekken, en dat het recidiverisico hoog is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling van de betrokkene niet zonder problemen is verlopen en dat er nog veel stappen gezet moeten worden voordat volledige resocialisatie mogelijk is. De rechtbank heeft het verzoek van de betrokkene om de termijn van terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, afgewezen, omdat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn voor beëindiging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist, en heeft de maatregel met twee jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/653007-17 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 20 april 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 1 maart 2018 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belaging;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 17 april 2018;
  • de beslissing van deze rechtbank van 9 april 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar is verlengd;
  • de vordering van de officier van justitie van 14 maart 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland (RN Advies & Toezichtunit 1 Midden-Noord) van 21 februari 2022, opgemaakt door D. Goet (reclasseringswerker) en H. Stremler (unitmanager), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van december 2021, opgemaakt door W.J. Canton, psychiater;
  • de voortgangsverslagen over de betrokkene, over de periode 2 juli 2020 tot en met 23 december 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 6 april 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. L. de Lange, advocaat te Utrecht;
- D. Goet, reclasseringswerker.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met de huidige voorwaarden te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de van de deskundige

De deskundige concludeert dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. De deskundige acht het recidiverisico nog aanwezig.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft gepleit voor een verlenging van de maatregel voor een kortere duur dan twee jaar. Daartoe is aangevoerd dat betrokkene de afgelopen 15 maanden grote stappen heeft gezet en dat nergens in het advies te lezen valt dat het plan van aanpak dat er ligt langer dan een jaar zal duren. Het recidiverisico is aanzienlijk verminderd en dat mag beloond worden. Daarnaast kan een vinger aan de pols worden gehouden en kan het resocialisatietraject voortvarend worden ingezet.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van deze rechtbank van 1 maart 2018 veroordeeld voor belaging.
De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en afhankelijke trekken en een licht verstandelijke beperking.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportage van de deskundige te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies, de psychiatrische rapportage en het verhandelde ter terechtzitting komt naar voren dat de eerste jaren van de klinische behandeling niet zonder slag of stoot zijn verlopen. Dit leidde tweemaal tot een beëindiging van de klinische behandeling en een advies van de reclassering tot omzetting naar dwangverpleging. Uiteindelijk is dit advies aangepast en heeft betrokkene nog een laatste kans gekregen voor een klinische opname in het kader tbs met voorwaarden. Het afgelopen jaar heeft de reclassering inzet gezien van betrokkene zijn kant voor de behandeling.
Betrokkene is in november 2021 overgegaan naar een FPA met beveiligingsniveau 1. Vanaf daar zal worden bekeken hoe de resocialisatie binnen [instelling] verder zal worden ingezet. Gezocht zal worden naar een andere plek. Over een half jaar kan betrokkene naar verwachting worden aangemeld voor een resocialisatieafdeling. Het gehele traject zal nog geruime tijd duren en daaraan is geen termijn te stellen. Betrokkene moet nog verschillende therapieën afronden. Afhankelijk wat er uit de aanvullende diagnostiek zal komen, kunnen nog aanvullende therapieën worden aangeboden. Betrokkene is mede door zijn verstandelijke beperking en bijkomende persoonlijkheidsproblematiek, niet erg leerbaar. Zijn houding is wisselend. Ten opzichte van het indexdelict wil hij weinig loslaten maar lijkt hij wel in te zien dat wat hij heeft gedaan niet goed is. Ten opzichte van de behandeling is hij soms erg negatief wat de samenwerking bemoeilijkt. In het verleden heeft hij meerdere malen laten zien zich niet aan voorwaarden en afspraken te kunnen houden. Gedurende de huidige behandeling weet hij zich wel te conformeren aan de afspraken en voorwaarden. Het afgelopen jaar heeft betrokkene kleine stappen vooruit gemaakt. Hij zet zich in voor de behandeling al gaat dat niet altijd zonder slag of stoot. Uiteindelijk gaat betrokkene wel overstag en werkt hij mee aan de geïndiceerde behandeling. De overplaatsing naar een afdeling op het terrein is een stap in de goede richting en tevens een mogelijkheid om te kijken hoe hij met de vrijheid omgaat. Zo wordt ook het smartphonegebruik nu opgebouwd om te kijken wat hij daarmee doet. Dit moet wel goed gecontroleerd worden.
De komende periode zullen volgens de reclassering vrijheden in de regio en landelijke vrijheden geleidelijk moeten worden opgebouwd om te kijken hoe hij hiermee om gaat. Het is wel duidelijk dat het nog lang zal gaan duren voordat betrokkene volledig geresocialiseerd is. Dit dient ook in stappen gedaan te worden waarbij betrokkene de wens heeft om uiteindelijk weer in Utrecht te gaan wonen. Betrokkene zal eerst de behandeling (grotendeels) afmaken op de huidige afdeling waarna hij over kan naar een resocialisatieafdeling van [instelling] . Daarna zal er gekeken worden naar een andere plek, rekening houdende met zijn wens om in Utrecht te gaan wonen. De resocialisatie zal geleidelijk moeten plaatsvinden om het recidiverisico verantwoord en duurzaam laag te houden. Het einde is dus nog niet in zicht.
De rechtbank gaat voorbij aan het verzoek van betrokkene om de termijn van terbeschikkingstelling vooralsnog met een jaar te verlengen. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaar.
De rechtbank stelt op basis van het verlengingsadvies en de door de deskundige ter zitting gegeven toelichting vast dat niet te verwachten is dat binnen een jaar gronden aanwezig kunnen zijn die een beëindiging van de terbeschikkingstelling rechtvaardigen en een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar zou bij betrokkene de verwachting kunnen wekken dat dit wel het geval zou zijn.
De rechtbank ziet overigens ook geen aanleiding een vinger aan de pols te houden.
Ook overigens is er geen sprake van een bijzondere omstandigheid die een verlenging met 1 jaar vereist. Het motiveren van betrokkene is niet een dergelijke uitzondering.
De rechtbank zal daarom de maatregel met twee jaar verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. E.W.A. Vonk, voorzitter, mrs. G.A. Bos en J. Wiersma, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2022.
Mrs. Vonk en Wiersma zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.