Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 7 juni 2019 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 april 2020;
- de vordering van de officier van justitie van 8 maart 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats 1] van 17 februari 2022, opgemaakt door drs. [A] (hoofd van de instelling en directeur algemene zaken), dr. [B] (psychiater) en drs. [C] (behandelcoördinator), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 13 oktober 2020 tot en met 30 maart 2022.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.