ECLI:NL:RBMNE:2022:6236

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
22 februari 2023
Zaaknummer
16/707466-15 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde wegens pedofiele stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 6 april 2022 uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die in 2016 ter beschikking is gesteld na veroordeling voor het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak, om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, behandeld. De betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.P.M. Denissen, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft de relevante stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en adviezen van de reclassering en deskundigen. Het verlengingsadvies van Reclassering Nederland, opgesteld door T. Udding en M. Bark, en het Pro Justitia-rapport van psychiater I. Maksimovic, gaven aan dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij de betrokkene, met een verhoogd recidiverisico. De deskundigen concludeerden dat de kans op herhaling van strafbare feiten aanwezig blijft, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar oordeel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereisen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de adviezen van de deskundigen en heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters, waarbij opgemerkt werd dat de voorzitter en een van de rechters buiten staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/707466-15 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 6 april 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1967 in [geboorteplaats] ,
verblijvende bij de [verblijfplaats] in [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 22 november 2016 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben en het verspreiden van kinderporno;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 3 mei 2018;
  • de beslissing van deze rechtbank van 29 april 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 8 maart 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland (RN Advies & Toezichtunit 4 Oost) van 28 februari 2022, opgemaakt door T. Udding (reclasseringswerker) en M. Bark (unitmanager), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 4 februari 2022, opgemaakt door I. Maksimovic, psychiater;
  • de voortgangsverslagen over de betrokkene, over de periode 2 juli 2020 tot en met 15 december 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 6 april 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.P.M. Denissen, advocaat te Eersel;
- T. Udding, reclasseringswerker.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met voorwaarden te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de deskundige

De deskundige concludeert dat er bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Hij acht de kans op herhaling van soortgelijke strafbare feiten als waarvoor betrokkene de maatregel opgelegd heeft verkregen, bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling nog aanwezig. Dit kan dan oplopen naar matig-hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaar.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 22 november 2016 veroordeeld voor het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno.
De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies en de Pro Justitia-rapportage blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, te weten een pedofiele stoornis. Daarnaast is sprake van vermijdende en dwangmatige persoonlijkheidstrekken. [verblijfplaats] classificeert dit als een persoonlijkheidsstoornis. De psychiater stelt dat er in ieder geval sprake is van deze voornoemde persoonlijkheidstrekken, maar classificeert dit niet als persoonlijkheidsstoornis.
Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als mogelijk oplopend naar matig tot hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en de rapportage van de deskundige te twijfelen en neemt deze over.
Verlenging
Gelet op het advies van de reclassering en de deskundige en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Tijdens de vorige verlengingszitting in april 2020 zijn, met instemming van betrokkene, de voorwaarden gewijzigd, zodat betrokkene langer in een kliniek opgenomen en behandeld kan blijven, nu iedereen het erover eens was dat de klinische behandeling nog niet was afgerond. Aanvullend onderzoek naar een autismespectrumstoornis (ASS) was geïndiceerd waarna betrokkene in oktober 2020 is geplaatst bij [verblijfplaats] te [vestigingsplaats] . Zijn verblijf bij [verblijfplaats] heeft in het teken gestaan van onderzoek of bij betrokkene sprake is van een ASS. Binnen de behandeling werd aanvankelijk een vermijdende houding waargenomen waarbij betrokkene weinig sprak over zijn gevoelens. Nadat in juli 2021 bekend werd dat er geen ASS is gediagnosticeerd werd vervolgens in de behandeling waargenomen dat betrokkene zich actiever opstelt waar het gaat om het spreken over zijn gevoelens. Betrokkene geeft aan dat dit voor hem belangrijk was, omdat hij zich daardoor niet (al dan niet onterecht) achter een diagnose kon verschuilen en zelf bij machte was om zijn gedrag te veranderen.
Langzaamaan is gestart met het opstarten en uitbreiden van verloven met het oog op verdere resocialisatie. Besloten is dat betrokkene toe gaat werken naar een zelfstandige woning. [verblijfplaats] , Reclassering Nederland, de pro Justitia rapporteur en betrokkene zelf zijn van mening dat hij op de praktische gebieden voldoende zelfredzaam is om zelfstandig te wonen. Betrokkene heeft een nieuwbouwwoning (sociale huur) toegewezen gekregen in [plaats] , welke nog opgeleverd moet worden. Per maandag 14 februari 2022 is betrokkene verhuisd van de [verblijfplaats] naar de [locatie] , een begeleide woonvorm op het terrein van [verblijfplaats] . Op deze wijze wordt een extra tussenstap gecreëerd en kan er in de komende periode verder toegewerkt worden naar zijn zelfstandige woning in [plaats] . Het is de verwachting dat betrokkene medio september de nieuwe woning kan betrekken. Een goede voorbereiding en zorgvuldige uitvoering van de volgende stap in het traject van betrokkene is van belang. Na vier jaar in een klinische setting te hebben verbleven, zal betrokkene steeds meer terugkeren in de maatschappij, alwaar hij hetgeen hij in de behandeling heeft geleerd, zal moeten gaan toepassen in de praktijk. De stap naar zelfstandig wonen zal groot zijn. Het voorbereiden, begeleiden, uitvoeren en monitoren van deze stap zal tijd nodig hebben. Betrokkene zal het geleerde in de behandeling steeds meer in de praktijk moeten gaan toepassen. Ondersteuning, toezicht en begeleiding zal hierbij noodzakelijk zijn.
Betrokkene laat vooruitgang zien waar het gaat om het geven van inzicht in zijn gedachten en gevoelens. Dit behoeft opvolging, begeleiding en toezicht. Met de overgang naar een andere, ambulante, behandelaar zal opnieuw een vertrouwensband opgebouwd moeten worden waarbij betrokkene zich voldoende veilig voelt om open te zijn over zijn gedachten en gevoelens. Deze overgang en het proces van inslijten van nieuwe patronen zal volgens de kliniek langer nodig hebben dan één jaar. Betrokkene geeft zelf ook aan dat hij zich kan vinden in een verlenging met twee jaar. Op gebied van werk en wonen staat hij nog aan het begin van zelfstandigheid en het is belangrijk dat er in ambulante setting aandacht blijft voor begeleiding en gesprekken met de psycholoog.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. J. Wiersma, voorzitter, mrs. G.A. Bos en E.W.A. Vonk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2022.
Mrs. Vonk en Wiersma zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.