Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 30 november 2002, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling (meermalen gepleegd), mishandeling (meermalen gepleegd) en bedreiging;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 2 april 2003;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling voorwaardelijk is beëindigd op 10 april 2014;
- de beslissing van deze rechtbank van 7 april 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 3 februari 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar;
- het verlengingsadvies van de reclassering (Inforsa) van 12 januari 2022, opgemaakt door M. van Elst (reclasseringswerker) en K. de Gier (unitmanager GGZ Reclassering Inforsa Utrecht), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met een jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 22 december 2021, opgemaakt door J.C. Zwemstra, psychiater;
- de voortgangsverslagen over de betrokkene, over de periode 16 januari 2021 tot en met februari 2022.