Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 1 maart 1982 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting, diefstal door middel van braak, wederrechtelijke vrijheidsberoving en diefstal in vereniging;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 16 maart 1982;
- de beslissing van deze rechtbank van 1 juli 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 17 februari 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van de [verblijfplaats] van 20 januari 2022, opgemaakt door [A] (plaatsvervangend hoofd van de instelling, directeur patiëntenzorg en psychiater) en [B] (behandelcoördinator, en GZ-psycholoog BIG [verblijfplaats] , [locatie] ), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 8 januari 2022, opgemaakt door [C] , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 3 januari 2022, opgemaakt door [D] , GZ-psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 9 juni 2021 tot en met 8 december 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.