ECLI:NL:RBMNE:2022:6227
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van AOW-pensioen na huwelijk in Marokko
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 14 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die sinds juli 2012 een AOW-pensioen ontving, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Eiser had zijn huwelijk met een partner in Marokko op 29 juni 2021 niet tijdig gemeld bij de SVB, wat leidde tot een herziening van zijn AOW-pensioen over de periode van juli 2021 tot en met december 2021. De SVB vorderde het te veel ontvangen bedrag van € 1.811,60 terug. Eiser maakte bezwaar tegen deze herziening, maar de SVB verklaarde het bezwaar ongegrond, waarna eiser beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden door het huwelijk niet binnen vier weken te melden. Eiser betoogde dat hij te goeder trouw was en niet op de hoogte was van de meldplicht, maar de rechtbank stelde vast dat hij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zijn huwelijk invloed had op zijn AOW-pensioen. De rechtbank wees erop dat de SVB op verschillende manieren communiceert en dat het niet de verantwoordelijkheid van de gemeente was om eiser op zijn meldplicht te wijzen.
Eiser voerde verder aan dat de herziening en terugvordering niet logisch waren en dat hij afhankelijk was van mondelinge communicatie, maar de rechtbank oordeelde dat de SVB voldoende had gemotiveerd waarom de herziening en terugvordering gerechtvaardigd waren. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van de herziening en terugvordering af te zien. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees eiser de proceskosten toe.