ECLI:NL:RBMNE:2022:6210
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Erkenning van beroepskwalificatie van gastouder en de afwijzing daarvan door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft eiseres, een gastouder, een aanvraag ingediend voor erkenning van haar beroepskwalificatie, die zij in Canada heeft behaald. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft deze aanvraag afgewezen, omdat de opleiding niet voldoet aan de eisen die zijn gesteld in de Regeling Wet kinderopvang. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bezwaar is door de Minister ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 30 september 2022 uitspraak gedaan. In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat de door eiseres gevolgde opleiding niet wordt erkend onder de Nederlandse regelgeving, die uitsluitend van toepassing is op in Nederland behaalde diploma's. Eiseres heeft aangevoerd dat de Minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom haar opleiding niet vergelijkbaar is met de in de Regeling genoemde opleidingen. De rechtbank oordeelde echter dat de Minister voldoende heeft gemotiveerd dat de opleiding van eiseres niet in aanmerking komt voor erkenning.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de erkenning door de Minister in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van de proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.