RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/311624-22
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de politierechter op 08 december 2022.
Tegenwoordig: mr. S.M. Schothorst, politierechter,
en J.J. Veldhuizen, griffier.
Het Openbaar Ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. J.P. Jansen, officier van justitie.
De politierechter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
Verdachte, gedagvaard als:
[verdachte] ,
geboren op [2003] te [geboorteplaats] (Algerije),
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. S.J. Flier, advocaat te
Utrecht, die verklaart uitdrukkelijk te zijn gemachtigd om verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
De raadsman geeft te kennen dat hij een preliminair verweer wilt voeren. Daartoe voert de raadsman het woord als volgt:
In het vooronderzoek is sprake van onherstelbare vormverzuimen en om die reden verzoek ik het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaringen in de vervolging.
Uit het proces-verbaal valt niet op te maken wat de redengevende feiten en omstandigheden zijn geweest voor de staande houding van verdachte en evenmin voor de fouillering. De fouillering heeft bovendien plaatsgevonden in het openbaar. Op grond van het bepaalde in artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering dient daar in dat geval een proces-verbaal van te worden opgemaakt. In dit dossier ontbreekt dat bedoelde proces-verbaal.
Verder valt uit het dossier niet op te maken op welke signalementen kunnen worden gekoppeld aan de namen van verdachten 1 en 2.
Ook zijn er bij verdachte transportboeien aangelegd, maar niet is geverbaliseerd waaruit de noodzaak daarvoor bestond. Bij het aanleggen van transportboeien moet er een gevaar zijn voor de verbalisant, de verdachte of een andere derde. Hiervan was geen sprake en evenmin van gevaar voor vlucht.
Bij aanvang van het verhoor van cliënt is aan hem ook niet medegedeeld waarvan hij werd verdacht, althans is hem dat niet duidelijk geworden. Tijdens het verhoor is cliënt geconfronteerd met hetgeen een getuige zou hebben waargenomen. De verklaring van deze getuige is echter niet opgenomen in het dossier. Ook is verdachte voorgehouden dat de iPhone die hij bij zich had van diefstal afkomstig was. Een onderliggend proces-verbaal van bevindingen van deze diefstal dan wel een aangifte ontbreekt.
In dit geval is dus sprake geweest van een vervolging die van meet af aan is getekend door vormfouten.
De officier van justitie voert het woord als volgt.
Het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaren is de strengste sanctionering bij vormverzuimen en dient mijns inziens hier niet aan de orde te zijn.
Het staat de politie vrij om ook vragen te stellen over de periode voor de aanhouding. De steller van de tenlastelegging heeft ervoor gekozen om aan verdachte – kort gezegd – heling ten laste te leggen. Deze heling zou gepleegd zijn op 28 november 2022. De verklaring van de in het verhoor aangehaalde getuige en de bevindingen van de politie omtrent de gestolen telefoon zijn niet relevant voor de beoordeling van het ten laste gelegde.
Met betrekking tot het aanleggen van de transportboeien is mogelijk wel sprake geweest van een inbreuk op verdachtes rechten. Ik verzoek het in dat geval te houden bij de enkele constatering van het vormverzuim.
De politierechter deelt mee dat zij de verweren op dit moment ontijdig acht en dat zij bij haar uitspraak een oordeel zal geven over de gevoerde verweren.
De officier van justitie draagt de zaak voor.
De politierechter deelt de korte inhoud van de stukken van het voorbereidend onderzoek mee, zoals deze zich in het dossier in deze strafzaak bevinden.
Met betrekking tot de persoon van verdachte deelt de politierechter mee de korte inhoud van
een uittreksel uit de Justitiële Documentatie op naam van verdachte van 29 november 2022.
De raadsman voert het woord als volgt.
Cliënt heeft een traumatisch verleden. In verband met bedreigingen is hij vanuit Algerije naar Duitsland gevlucht. Ook daar was hij niet langer veilig en hij heeft daarom asiel aangevraagd in Nederland.
De officier van justitie voert het woord als volgt.
Ik acht opzetheling wettig en overtuigend bewezen. Verdachte is op 28 november 2022 aangetroffen met een iPhone in zijn bezit. Deze iPhone was gewikkeld in aluminiumfolie. Deze handelswijze wordt gebruikt om de telefoon niet terug te kunnen vinden via het zoekprogramma “zoek mijn iPhone”. Wanneer een telefoon in dergelijke omstandigheden wordt aangetroffen vraagt dat om een uitleg. Die uitleg is echter door verdachte niet gegeven omdat hij zich op zijn zwijgrecht beroept. Uit de uiterlijke verschijningsvorm volgt dat verdachte de herkomst van de iPhone wilde verhullen. Ook volgt uit de uiterlijke verschijningsvorm dat verdachte ten tijde van het voorhanden krijgen van de iPhone wist dat deze van misdrijf afkomstig was.
De officier van justitie leest vervolgens de vordering voor en overhandigt die aan de politierechter.
- een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 7 dagen, met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van 2 jaren.
De raadsman voert het woord tot verdediging als volgt.
Ik persisteer bij hetgeen ik heb aangevoerd bij mijn preliminair verweer. Primair stel ik mij dan ook op het standpunt dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in de vervolging.
Subsidiair stel ik mij op het standpunt dat de processen-verbaal die zien op de staande houding en de fouillering uitgesloten dienen te worden van het bewijs. Als gevolg hiervan is sprake van onvoldoende bewijs en verzoek ik cliënt integraal vrij te spreken.
Aan de officier van justitie en de raadsman wordt gelegenheid gegeven voor re- en dupliek.
De raadsman wordt in de gelegenheid gesteld om namens verdachte het laatst te spreken.
Na een korte onderbreking voor beraad hervat de politierechter de zitting. De politierechter verklaart het onderzoek gesloten en zegt meteen mondeling vonnis te zullen geven. De politierechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
AANTEKENING VAN HET MONDELING VONNIS