4.3Het oordeel van de rechtbank
Op 16 februari 2021 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan bij de politie. Hij verklaarde dat hij op dezelfde dag als pakketbezorger aan het werk was. Hij reed eerst in een auto van het merk Peugeot 206 (kenteken: [kenteken] ) naar het magazijn om de pakketjes op te halen. Vervolgens is hij naar het eerste adres op de afleverroute, de [adres] in [woonplaats] , gereden. Bij dat adres is hij uitgestapt en heeft hij de kofferbak open gedaan. Hij liet de autosleutels in het contact zitten. Uit het niets werd hij in een nekklem gepakt. Hij voelde en zag toen dat er een pistool in zijn rechterzij tegen zijn ribben werd geduwd. Hij zag dat het een zwart metalen pistool was. De persoon die het pistool tegen zijn ribben duwde was een man. Die man zei daarna: “nu op je knieën” en bleef daarna zeggen: “op jouw knieën, op jouw knieën”. Toen hij op zijn knieën zat, zag hij een andere man in het donker gekleed langsrennen. Die stapte toen in de auto van aangever. Daarna rende de man met het pistool ook weg. Hij stapte in een andere auto. Beide auto’s reden toen hard weg. In de auto die [slachtoffer] gebruikte lagen onder andere zijn mobiele telefoon, een iPhone 11, en diverse pakketten van [bedrijf] .
[benadeelde] heeft in zijn aangifte van 26 februari 2021 verklaard dat hij de eigenaar is van de gestolen auto, die hij heeft verstrekt aan [slachtoffer] om zijn werkzaamheden te kunnen verrichten.
De politie kreeg op 16 februari 2021 om 07.20 uur een melding binnen dat op de [adres] in [woonplaats] een voertuig was weggenomen onder bedreiging van een vuurwapen.
In de gestolen auto bleek een pakket te liggen met een GPS-device. Door de politie werd vastgesteld dat het GPS-device zich in een woning aan de [adres] in [woonplaats] bevond.
Tijdens de doorzoeking van de woning van de [adres] in [woonplaats] werd in een gangkast een vuurwapen gevonden. Het betrof een doorgeladen pistool.Daarnaast werd in een tas in de kledingkast in kamer 23 een tas van winkelketen Action gevonden. In de tas bleken 35 doosjes met telefoons te zitten. Eén van de doosjes bevatte het GPS-device.
Het aangetroffen vuurwapen en de daarin gevonden munitie zijn door verbalisant [verbalisant 1] onderzocht. Het vuurwapen, een pistool (merk Zoraki, model 917, kaliber 9 P.A.K.mm), en de munitie, drie scherpe patronen (merk Geco, kaliber .380 AUTO (9x17mm)), vallen onder categorie III van artikel 2 van de Wet Wapens en Munitie.
Op camerabeelden van de [adres] in [woonplaats] is te zien dat op 16 februari 2021 om 08.10 uur twee personen door een gang lopen. Verbalisant [verbalisant 2] heeft de twee personen herkend als [medeverdachte] en [verdachte] .
Verbalisant [verbalisant 3] heeft een spoor op de ruwe delen van het pistool (AAOI4721NL#01) veilig gesteld.Het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: ‘NFI’) heeft dat spoor onderzocht op de aanwezigheid van DNA. Uit het spoor werd een DNA-mengprofiel verkregen. Het NFI concludeerde dat de resultaten van het onderzoek meer dan één miljard keer waarschijnlijker zijn wanneer de bemonstering DNA bevat van verdachte en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen. Het NFI concludeerde ook dat de resultaten van het onderzoek meer dan één miljard keer waarschijnlijker zijn wanneer de bemonstering DNA bevat van medeverdachte [medeverdachte] en twee willekeurige onbekende personen, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van drie willekeurige onbekende personen.
De jas van [slachtoffer] is onderzocht door het NFI.Het NFI heeft een spoor afkomstig van die jas (AAOW2262NL#04) onderzocht op de aanwezigheid van DNA. Uit het spoor werd een DNA-mengprofiel verkregen. Het NFI concludeerde dat de resultaten van het onderzoek meer dan één miljard keer waarschijnlijker zijn wanneer de bemonstering DNA bevat van [slachtoffer] , [medeverdachte] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van [slachtoffer] en twee willekeurige onbekende personen.
De politie heeft drie vingerafdrukken, die op verschillende telefoondoosjes uit de tas zijn gevonden, onderzocht. Het betreft de sporen met codes AAOI5708NL (gevonden op telefoondoosje met code AAMZ7724NL), AAOI5713NL (gevonden op telefoondoosje met AAMZ7742NL) en AAOI5711NL (gevonden op telefoondoosje met code AAMZ7742NL). Die vingerafdrukken zijn geïndividualiseerd op verdachte [verdachte] .
Tijdens de fouillering van medeverdachte [medeverdachte] na zijn aanhouding vond de politie een handgeschreven briefje. Op het briefje stond onder andere het volgende:
Waggie IJzer als kan ammo gooien
Kleren weggooien
Fixen, en school
Tillies wagten we gaan kopen
Ganoe terug geven
Volgens de politie betekent
waggieauto,
ijzervuurwapen,
ammomunitie en
ganoepistool. De politie denkt daarnaast dat met ‘tillies’ ‘tellies’ bedoeld wordt, wat volgens de politie telefoons betekent.
De interpretatie van de bewijsstukken
De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte samen met een ander een gewapende overval op [slachtoffer] heeft gepleegd en dus ook dat hij een vuurwapen in bezit heeft gehad. De rechtbank legt dat hieronder uit.
De rechtbank stelt op grond van de hierboven besproken bewijsstukken, in het bijzonder het aantreffen van DNA van [medeverdachte] op de jas van [slachtoffer] , het aantreffen van DNA van [medeverdachte] op het vuurwapen en het briefje dat in de fouillering van [medeverdachte] is gevonden, vast dat medeverdachte [medeverdachte] één van de daders van de gewapende overval is. De overval vond vlak vóór 07.20 uur in de ochtend van 16 februari 2021 plaats. Verdachte is op de dag van de overval om 08.10 uur op camerabeelden samen met de medeverdachte te zien in het huis van de medeverdachte. De verklaring van verdachte dat hij rond 07.30 of 07.45 uur naar buiten is gegaan, daarna naar het huis van de medeverdachte is gereden, toen ongeveer een uurtje is gaan sporten en daarna bij de medeverdachte naar binnen is gegaan, is gelet op het tijdsverloop onmogelijk. Dat maakt dat de rechtbank de verklaring van verdachte ongeloofwaardig acht. Dat verdachte heeft geweigerd de naam te noemen van de persoon met wie hij dan zou hebben gesport, maakt zijn verklaring ook niet controleerbaar.
Daarnaast is op verschillende gestolen telefoondoosjes en op het vuurwapen dat in de woning aan de [straat] is gevonden DNA van verdachte aangetroffen. Dat verdachte de telefoons aangeboden heeft gekregen om te verkopen, gelooft de rechtbank gelet op het voorgaande niet. De rechtbank concludeert dan ook dat verdachte de andere dader van de overval was.
De rechtbank verklaart ook bewezen dat bij het plegen van de diefstal geweld is gebruikt en gedreigd is met het gebruiken van geweld. Anders dan de advocaat, vindt de rechtbank de verklaring die [slachtoffer] hierover heeft afgelegd betrouwbaar. Zijn verklaring is nauwkeurig, gedetailleerd en concreet. De verklaringen die hij heeft afgelegd direct na het voorval tegen de politie, tijdens de aangifte op het politiebureau op 16 februari 2021, en tijdens het verhoor van de rechtercommissaris op 8 februari 2022 komen in de kern op hetzelfde neer. De rechtbank heeft dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer] .
Daarnaast vindt de rechtbank dat het dossier voldoende steun bevat voor de verklaring van [slachtoffer] . Die steun vindt de rechtbank in het aantreffen van DNA van de medeverdachte op de rechterschouder van de jas van [slachtoffer] , in het aantreffen van DNA van beide verdachten op het vuurwapen en in het briefje dat in de fouillering van de medeverdachte is gevonden.
Dat verdachte hoogstens de rol van medeplichtige kan worden toegedicht, zoals de advocaat heeft bepleit, volgt de rechtbank niet. Beide verdachten hebben uitvoeringshandelingen verricht bij het plegen van de diefstal en zijn vervolgens het huis van de medeverdachte ingegaan met de buit. Naar het oordeel van de rechtbank waren de rollen van beide verdachten dan ook gelijkwaardig en is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen beide verdachten.