In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en [verweerder] B.V. [verzoeker] was in dienst bij [verweerder] en werd op 9 augustus 2022 op staande voet ontslagen. [verzoeker] heeft bezwaar gemaakt tegen dit ontslag en verzocht om vernietiging van het ontslag, wedertewerkstelling en betaling van achterstallig loon. [verweerder] heeft in reactie hierop een tegenverzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verschillende gronden, waaronder een verstoorde arbeidsverhouding.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet onterecht was, omdat er geen dringende reden was voor het ontslag. De werkgever had onvoldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker]. Het ontslag werd vernietigd, en [verweerder] werd veroordeeld tot doorbetaling van het loon vanaf de datum van ontslag. Daarnaast werd [verzoeker] een transitievergoeding en een billijke vergoeding toegekend, omdat het ontslag in strijd was met de wet. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsverhouding ernstig verstoord was, wat leidde tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 februari 2023. De kosten van rechtsbijstand werden ook toegewezen aan [verzoeker].