Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 augustus 2022, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord van de Gemeente;
- de incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging aan de zijde van de Gemeente van [onderneming] ;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van [onderneming] .
2.Het geschil
6.1 Inleiding
- tot intrekking van het gunningsvoornemen aan [onderneming] ;
- tot een herbeoordeling van het gunningscriterium 6.2.1 van alle inschrijvers;
- om de herbeoordeling te laten uitvoeren door een nieuw te benoemen objectieve en deskundige beoordelingscommissie;
- om binnen 14 dagen na dit vonnis of binnen een door de rechtbank nader te bepalen termijn een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken.
- tot intrekking van het gunningsvoornemen aan [onderneming] ;
- tot een herbeoordeling van het gunningscriterium 6.2.1 van [eiseres] ;
- om binnen 14 dagen na dit vonnis of binnen een door de rechtbank nader te bepalen termijn een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken.
3.De beoordeling
integraleschuldhulpverlening moet bieden. Dat betekent dus dat de schuldhulpverlener niet alleen oog mag hebben voor de zakelijke situatie van de ondernemer, maar ook aandacht moet besteden aan zijn persoonlijke omstandigheden. Een zakelijke schuld kan immers evengoed een oorzaak hebben die in de privésfeer van de ondernemer is gelegen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Gemeente bovendien, onweersproken, toegelicht dat een plan van aanpak niet slechts als doel heeft om de Gemeente te informeren over de situatie van een ondernemer met het oog op een eventuele kredietverstrekking, maar dat een dergelijk plan ook is bedoeld voor de ondernemer zelf. Daaruit moet voor de ondernemer duidelijk blijken wanneer en op welke wijze zijn schulden zullen worden aangepakt. Een schuldhulpverlener dient dus niet alleen als puur een boekhouder maar ook als een begeleider van de ondernemer te acteren.
Uw uitwerking van gunningscriterium 1 wordt beoordeeld op de mate van volledigheid, de mate waarin u blijk geeft alle bijzonderheden en omstandigheden te hebben meegenomen (…)” geeft het voorgaande tot expliciet uitdrukking. De Gemeente heeft, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, in het licht van het voorgaande bezien voldoende onderbouwd waarom zij het plan van aanpak van [eiseres] bij subgunningscriterium 6.2.1. met 10 punten heeft beoordeeld nu het plan van aanpak van [eiseres] op een aantal punten niet volledig is. Deze beoordeling doorstaat de door de voorzieningenrechter aan te leggen marginale toetsing. Nu verder niet is gebleken van andere procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden, dan wel onduidelijkheden die zouden kunnen meebrengen dat de (voorlopige) gunningsbeslissing niet deugt, is er geen grond om te oordelen dat de Gemeente bij de beoordeling van het subgunningscriterium 6.2.1 buiten haar beoordelingskader is getreden. De vorderingen van [eiseres] zullen daarom worden afgewezen.