Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
verblijvende te [verblijfplaats] , locatie [locatie] .
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
primair) dan wel door (bedreiging met) geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van dat bedrag en de codes van de bankapplicatie (
subsidiair);
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
A: Ik had vanmiddag contact met [verdachte] op snapchat. Zij vroeg om een om reader mee te nemen en mijn bankpas. Ik ben naar de deur gegaan en daar stond zij. We liepen naar de slaapkamer. Ze zei dat het een val was. Haar vriend zou er ook zijn en ze zei dat ik geen kant meer op kan. Die vriend kwam in de kamer. (…) Ik zei hier heb je contant geld en ik wilde gaan. Bankpas heb ik niet bij me. Ik heb max 250 euro als limiet. Ze geloofden het niet. Die man ging naar de kamer en deed de deur op slot. Ik was met die vrouw in de slaapkamer. Ze zei dat ze buiten zouden staan en ik geen kant op kon. Ook zou er iemand beneden mij opwachten. Zij bleef maar over die bankpas doorpraten. Ik kon alleen maar 250 euro overmaken met de app. Ze zei dat ze me zo zou laten gaan en als ik niet rustig zou doen dat ze dan mijn auto zouden meenemen en de auto naar Duitsland zouden brengen. Ik gooide die gasfles tegen het raam. De ruit ging kapot. Zij probeerde mij tegen te houden en er ontstond een worsteling tussen mij en haar. Ik ben er doorheen gesprongen en zij kwam achter mij aan.
A: Omdat ze dreigen met mijn auto naar Duitsland te gaan en mijn pas wilde om geld te pakken, ze wilden mij financieel uitkleden. Ik was bang dat ik mishandeld zou worden want ze zei dat degene die beneden stond al een keer was aangehouden voor mishandeling.
V: Is er ook daadwerkelijk geld overgemaakt?
A: Ja 250 euro
V: En je had het over contant geld?
A: 1 van 100, 2 van 50 en 1 van 20 en 2 van 10.
V: Aan wie heb je dat contante geld gegeven?
A: Aan die man die binnen kwam.
A: Vijf-cijferige code zat op. Die moest ik geven van haar. Niet de pincode van de betaalpas, maar gewoon van de app.
A: Ze dreigde dat er iets anders zou gebeuren, die jongens stonden ook beneden. En ik was in
shock, wat moet je doen. Je denkt ook niet meer logisch na.
.Ik heb toen een vriend gevraagd om te komen. Ik heb gedaan alsof ik [slachtoffer] wilde ontvoeren. Ik zei tegen [slachtoffer] dat mijn vriend er achter was gekomen dat ik contact had met hem. En ik zei tegen [slachtoffer] dat hij geld moest geven aan mijn zogenaamde vriend, maar eigenlijk was ik dat zelf. Ik heb gezegd dat er vrienden beneden staan. Er kwam een discussie en [medeverdachte] kwam bij de deur en heeft gekeken. [slachtoffer] was echt bang. Hij was bang dat [medeverdachte] hem wilde vermoorden. Die 250 euro was al over gemaakt.
A: Zij vroeg of ik wou komen, ze had afspraak met een jongen
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
10.BESLISSING
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als algemene voorwaarden geldt dat veroordeelde: