Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het vonnis van deze rechtbank van 14 september 2016, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met vier (zeer) jonge kinderen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam, het plegen van ontuchtige handelingen met een dier en het verwerven, in bezit hebben en vervaardigen van kinder- en dierenpornografisch materiaal;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 februari 2018;
- de beslissing van deze rechtbank van 22 januari 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 14 december 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van Fivoor [verblijfplaats] van 7 december 2021, opgemaakt door dr. mr. [medewerker GGZ 1] (hoofd van de instelling), drs. [medewerker GGZ 2] (psychiater), drs. [medewerker GGZ 3] (hoofd behandeling en GZ-psycholoog) en drs. [medewerker GGZ 4] (manager zorg tbs en klinisch psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 9 november 2021, opgemaakt door drs. H.A. Gerritsen, psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 9 november 2021, opgemaakt door P.E. Geurkink, forensisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode vanaf het derde kwartaal van 2019 tot en met het derde kwartaal van 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.