ECLI:NL:RBMNE:2022:6142

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
9 februari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
16/700118-15 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een betrokkene met een pedofiele stoornis en recidivegevaar

Op 9 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Utrecht uitspraak gedaan in de zaak van de ter beschikking gestelde [betrokkene], geboren in 1973. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar toegewezen. De betrokkene is eerder veroordeeld voor ernstige strafbare feiten, waaronder ontuchtige handelingen met jonge kinderen en het bezit van kinder- en dierenpornografisch materiaal. De terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 februari 2018 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder eerdere vonnissen en adviezen van deskundigen. Tijdens de zitting is de betrokkene bijgestaan door zijn raadsman en is het standpunt van de inrichting toegelicht door een deskundige. De deskundige heeft aangegeven dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij de betrokkene en dat het recidiverisico als matig tot hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid van het advies te twijfelen en heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd op basis van de noodzaak van behandeling en toezicht, en heeft het behandeltraject van de betrokkene als wisselend beschreven. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, met als doel de behandeling en resocialisatie van de betrokkene te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/700118-15 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 9 februari 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1973 te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [verblijfplaats] in [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 14 september 2016, waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met vier (zeer) jonge kinderen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam, het plegen van ontuchtige handelingen met een dier en het verwerven, in bezit hebben en vervaardigen van kinder- en dierenpornografisch materiaal;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 februari 2018;
  • de beslissing van deze rechtbank van 22 januari 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
  • de vordering van de officier van justitie van 14 december 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van Fivoor [verblijfplaats] van 7 december 2021, opgemaakt door dr. mr. [medewerker GGZ 1] (hoofd van de instelling), drs. [medewerker GGZ 2] (psychiater), drs. [medewerker GGZ 3] (hoofd behandeling en GZ-psycholoog) en drs. [medewerker GGZ 4] (manager zorg tbs en klinisch psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • het Pro Justitia-rapport van 9 november 2021, opgemaakt door drs. H.A. Gerritsen, psychiater;
  • het Pro Justitia-rapport van 9 november 2021, opgemaakt door P.E. Geurkink, forensisch psycholoog;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode vanaf het derde kwartaal van 2019 tot en met het derde kwartaal van 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 9 februari 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden.
Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. E.M. ter Braak [1] ;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. van den Hemel, advocaat te Dordrecht;
- de aan de inrichting verbonden deskundige, drs. [medewerker GGZ 3] .

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als matig/hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen

Vanwege de weigering van betrokkene om mee te werken aan de psychologische en psychiatrische onderzoeken hebben de deskundigen geen advies kunnen uitbrengen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is op 14 september 2016 veroordeeld omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 genoemde strafbare feiten. De rechtbank heeft daarin overwogen dat de opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van een stoornis bij betrokkene, bestaande uit een pedofiele stoornis (niet-exclusieve type), een antisociale persoonlijkheidsstoornis en hyperseksualiteit. Het recidivegevaar wordt bij beëindiging van de maatregel als matig/hoog ingeschat.
De rechtbank heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van het advies te twijfelen en neemt dit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Het behandeltraject van betrokkene verloopt wisselend. In het begin van 2021 is sprake van regel overtredend gedrag, kan betrokkene geagiteerd reageren en is hij selectief in het aangaan van contact met het behandelteam over zijn belevingswereld, spanningsniveau en gevoelens voor een medewerkster van een andere afdeling. Dit leidt tot aanhouding van het verlof en terugplaatsingen van de afdeling [afdeling] naar de afdeling [afdeling] , waar kortere lijnen zijn met het behandelteam. De interventies hebben een positief effect. Betrokkene gaat vaker en beter het gesprek aan met de stafleden.
Betrokkene boekt langzaam voortgang in zijn behandeldoelen. Het lukt hem iets beter om emoties en seksuele risicofactoren met het behandelteam te bespreken. De begeleide verloven verlopen goed. Hij is open richting de verlofbegeleiders en volgt aanwijzingen op. Het risicomanagement is voornamelijk extern vormgegeven. Betrokkene volgt behandelonderdelen en zet zich naar vermogen in. Het probleembesef en -inzicht is echter nog altijd beperkt. Betrokkene volgt behandelonderdelen gericht op het uitbreiden van copingvaardigheden en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij oplopende spanning komen de copingvaardigheden onder druk te staan. Hij is dan niet in staat om de samenwerking met het behandelteam te behouden, waardoor zijn verloven tijdelijk stil moeten worden gelegd. Positief is dat er overeenstemming is over de behandeling van de pedofiele stoornis en hyperseksualiteit, waarvoor libidoremmende medicatie is ingezet.
Voortzetting van de behandeling, begeleiding en toezicht is noodzakelijk om het recidiverisico te matigen. De inrichting acht een stapsgewijs traject met geleidelijke afbouw van beveiliging en structuur en een opbouw van vrijheden vanuit de kernproblematiek en het recidivegevaar van betrokkene noodzakelijk. Het gedegen opbouwen van de essentiële resocialisatiepijlers heeft tijd nodig. Het traject richt zich vooralsnog op uitstroom via Fivoor [instelling] of een FPA, met beschermd wonen als einddoel. Het tempo van de stappen, is afhankelijk van de behandelontwikkeling. Om naar het voorgestelde traject toe te werken, is meer behandelontwikkeling noodzakelijk en moet in het gedrag meer zichtbaar zijn dat betrokkene risicofactoren zelfstandig kan controleren. Indien betrokkene hier niet in slaagt, zal het traject via een andere route vormgegeven moeten worden.
De komende periode zullen alle therapievormen worden voortgezet met als doelen het vergroten van ziektebesef en -inzicht, verbeteren copingvaardigheden, vergroten intern risicomanagement door verbeteren assertiviteit en uitbreiden van copingvaardigheden. Stappen zetten op het gebied van emotieregulatie is heel belangrijk. De inrichting wil de komende twee jaar, bij een positieve ontwikkeling, toewerken naar onbegeleid verlof. De rechtbank vindt het goed om te horen dat betrokkene zich samen met de inrichting inzet voor zijn behandeling. Betrokkene zegt te begrijpen dat openheid en op tijd hulp vragen belangrijk zijn om de behandeling te laten slagen. Als betrokkene daaraan blijft werken heeft de rechtbank er vertrouwen in dat de positieve ontwikkeling de komende tijd kan worden voortgezet.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[betrokkene]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. I.J.B. Corbeij, voorzitter, mrs. S.M. Schothorst en L.M.M. Heppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2022.
Mrs. Schothorst en Heppe zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.De officier van justitie, mr. J. Bekke was fysiek aanwezig in de zittingszaal, maar mr. Ter Braak voerde het woord, via videoverbinding.