ECLI:NL:RBMNE:2022:6138

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 februari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
16/072160-93 (vordering verlenging tbs)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde wegens seksuele delicten

Op 1 februari 2022 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak van de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene die in 1994 ter beschikking is gesteld na het plegen van ernstige seksuele delicten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs-maatregel met twee jaar te verlengen, toegewezen. De rechtbank baseerde haar beslissing op verschillende rapporten van deskundigen die de aanhoudende stoornissen en het hoge recidiverisico van de betrokkene bevestigden. De betrokkene is momenteel ondergebracht in een kliniek en er zijn plannen voor zijn toekomstige zorg in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de tbs-maatregel noodzakelijk is voor de algemene veiligheid van de samenleving, gezien het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag bij beëindiging van de maatregel. De rechtbank heeft de beslissing openbaar uitgesproken en benadrukt dat de behandeling van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de resterende termijn van de tbs.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/072160-93 (vordering verlenging tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 1 februari 2022
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[verdachte] ,
geboren op [1971] te [geboorteplaats] ,
verblijvende te [verblijfplaats 1] te [vestigingsplaats 1] ,
feitelijk verblijvende in [verblijfplaats 2] te [vestigingsplaats 2] ,
verder te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier bevindende stukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 18 januari 1994 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens het plegen van seksuele handelingen, waaronder seksueel binnendringen bij iemand onder de 12 jaar en ontucht met iemand van onder de 16 jaar;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 18 februari 1994;
  • de beslissing van deze rechtbank van 5 februari 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar.
  • de vordering van de officier van justitie van 10 januari 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verlengingsadvies van 22 december 2021 van de [verblijfplaats 1] Kliniek, opgemaakt door [deskundige 1] (GZ-psycholoog, hoofd patiëntenzorg en tevens plaatsvervangend hoofd van de inrichting), [deskundige 2] (GZ-psycholoog en hoofd behandeling) en [deskundige 3] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • een psychologisch rapport van 21 november 2021, opgemaakt door [deskundige 4] (psycholoog), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • een psychiatrisch rapport van 11 november 2021, opgemaakt door [deskundige 5] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
  • de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 26 november 2019 tot en met 30 november 2021.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De behandeling van de zaak heeft op 1 februari 2022 ter terechtzitting plaatsgevonden. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. H.J. Timmer;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.P.A. van Schaik, advocaat te Veenendaal;
- de aan de kliniek verbonden deskundige, [deskundige 2] , (gz-psycholoog, hoofd behandeling).

3.Het standpunt van de inrichting

Het standpunt van de inrichting blijkt uit het onder 1 genoemde rapport. De deskundige voornoemd heeft ter zitting het advies van de inrichting toegelicht.
Het standpunt luidt – zakelijk weergegeven – dat er bij de betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis. Ook is het recidiverisico nog aanwezig. Dit risico wordt bij beëindiging van de maatregel ingeschat als hoog.
Het advies luidt de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen voor de duur van twee jaar.

4.Het standpunt van de niet aan de kliniek verbonden deskundigen

De standpunten van de psychiater en de psycholoog blijken uit de onder 1 genoemde rapporten. Beide deskundigen adviseren de maatregel te verlengen met een termijn van twee jaar, nu niet verwacht kan worden dat de behandeling over een jaar in die mate is gevorderd dat van voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging sprake zou zijn.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter zitting zijn vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar gehandhaafd.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

7.Het oordeel van de rechtbank

Maximering
Betrokkene is bij vonnis van 18 januari 1994 veroordeeld voor het plegen van seksuele
handelingen, waaronder seksueel binnendringen bij iemand onder de 12 jaar en ontucht met iemand van onder de 16 jaar. De rechtbank heeft in haar verlengingsbeslissing van 27 februari 2018 overwogen dat de
opgelegde terbeschikkingstelling niet is gemaximeerd.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies blijkt dat er nog steeds sprake is van verschillende stoornissen bij betrokkene, waaronder hyperseksualiteit (welke als gevolg van medicatie niet op de voorgrond is) en trekken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis.
Het recidivegevaar wordt als hoog ingeschat. De rechtbank twijfelt niet aan de juistheid en
betrouwbaarheid van de inhoud van het advies en neemt de conclusies hieruit over.
Verlenging
Gelet op het advies van de inrichting, de toelichting van de deskundige ter zitting, de adviezen van de niet aan de kliniek verbonden deskundigen en hetgeen overigens ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid
van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist. Zij is van oordeel dat wordt voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.
Uit het verlengingsadvies en de rapportages komt naar voren dat betrokkene onlangs intern is verhuisd naar een andere leefgroep binnen de kliniek. Hij is daar rustiger geworden en volgt nog steeds het programma goed. Ook de onbegeleide verloven op het terrein verlopen goed. De onbegeleide verloven buiten het terrein zijn nog afgewezen, maar dat wil de kliniek in de toekomst, indien er een machtiging voor die vorm van verlof wordt verleend, graag met betrokkene gaan oefenen.
Beoogd wordt om betrokkene op (korte) termijn door te laten stromen naar een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking (SGLVG). Een actieve aanmelding loopt bij Plureyn en Philadelphia. Voortzetting van intensieve begeleiding, toezicht en medicatie is aangewezen. Het beloop van de laatste jaren geeft ruimte voor overplaatsing naar een beschermde woonvorm buiten de kliniek, indien daar een overeenkomstige vorm van begeleiding, toezicht en medicatie kan worden geboden. Voortzetting van het tbs-kader is hierbij noodzakelijk, zodat ingegrepen kan worden indien daartoe aanleiding bestaat. Het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag wordt binnen een SGLVG-setting ingeschat als laag tot matig. Vanwege de intensieve begeleiding en ondersteuning aldaar zal dit risico naar inschatting beperkt blijven. Zodra de tbs-maatregel wegvalt wordt het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag ingeschat als hoog. Als gevolg van ontbrekende coping- en probleemoplossende vaardigheden en nodige structuur zal betrokkene vermoedelijk terugvallen in grensoverschrijdend of delictgedrag. Gezien de chronische problematiek van betrokkene en de aanhoudende noodzaak van structuur binnen een beveiligd kader, ziet de kliniek zich genoodzaakt om te adviseren de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen.
In de komende periode zal de focus liggen op uitstroom naar een passende vervolgvoorziening binnen een SGLVG-instelling. Tevens zal het behoud van stabilisatie van het toestandsbeeld van betrokkene een belangrijke factor blijven.
De rechtbank heeft als uitgangspunt dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling van betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar, de terbeschikkingstelling - behoudens bijzondere omstandigheden - verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren.
De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en zal daarom de maatregel met twee jaren verlengen.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
[verdachte]met twee jaar.
Deze beslissing is genomen door mr. E.W.A. Vonk, voorzitter, mrs. D. Riani el Achhab en A. Bouteibi, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Neijenhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2022.