Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 13 mei 2016 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan vernieling, opzettelijke brandstichting, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en betrokkene volledig ontoerekeningsvatbaar was;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 7 februari 2017;
- de beslissing van deze rechtbank van 15 februari 2021, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 13 december 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van [verblijfplaats] van 6 december 2021, opgemaakt door drs. [medewerker GGZ 1] (hoofd van de inrichting), [medewerker GGZ 2] MSc (hoofd behandeling), drs. [medewerker GGZ 3] (directeur behandelzaken) en dr. [medewerker GGZ 4] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 23 september 2020 tot en met 28 januari 2022.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
[betrokkene]met twee jaar.