ECLI:NL:RBMNE:2022:6090

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2022
Publicatiedatum
20 januari 2023
Zaaknummer
9591601 UC EXPL 21-8897
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van zorgkosten door Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. aan gedaagde

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. (hierna: Zilveren Kruis) terugbetaling van zorgkosten van gedaagde, die een zorgverzekering bij Zilveren Kruis heeft. Zilveren Kruis stelt dat gedaagde ten onrechte declaraties heeft ingediend voor reiskosten naar medische behandelingen. De vordering bedraagt in totaal € 4.992,78, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat Zilveren Kruis niet heeft voldaan aan haar stelplicht en substantiëringsplicht in de dagvaarding. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 november 2022, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Zilveren Kruis in haar dagvaarding niet voldoende feiten heeft gesteld om de vordering te onderbouwen. De kantonrechter oordeelt dat Zilveren Kruis niet heeft voldaan aan de eisen van een behoorlijke rechtspleging, zoals vastgelegd in artikel 111 Rv. Ondanks de tekortkomingen in de dagvaarding, concludeert de kantonrechter dat de dagvaarding niet nietig is, omdat gedaagde op de hoogte was van de vordering. Zilveren Kruis heeft echter niet duidelijk gemaakt hoe de gevorderde hoofdsom is opgebouwd en heeft geen adequate toelichting gegeven op de ingediende producties.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van Zilveren Kruis af en veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, begroot op € 498,00. Dit vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. F.H. Charbon op 14 december 2022.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9591601 UC EXPL 21-8897 rch/1466
Vonnis van 14 december 2022
inzake
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Leiden,
verder ook te noemen: ‘Zilveren Kruis’,
eisende partij,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: ‘ [gedaagde] ’,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. J. van Andel.

1.De procedure

1.1.
In het dossier zitten de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 9 december 2021;
  • de conclusie van antwoord, ontvangen op 15 februari 2022;
  • het vonnis van 16 maart 2022 waarmee de kantonrechter een mondelinge behandeling op 30 maart 2022 heeft bepaald;
  • de brief met producties van Zilveren Kruis, ontvangen op 25 mei 2022;
  • de akte met producties van Zilveren Kruis, ontvangen op 15 november 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling is, na meerdere uitstelverzoeken, gehouden op 16 november 2022. Namens Zilveren Kruis waren aanwezig: de heer [A] , werkzaam bij Flanderijn Gerechtsdeurwaarders, de heer mr. [B] , [functie 1] , werkzaam bij Zilveren Kruis, en de heer [C] , [functie 2] , eveneens werkzaam bij Zilveren Kruis. Aan de zijde van gedaagde partij was mevrouw [gedaagde] aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, mr. Van Andel. Partijen hebben hun standpunten toegelicht en hebben antwoord gegeven op vragen van de kantonrechter. De griffier heeft aantekening gehouden van hetgeen ter zitting besproken is.
1.3.
De kantonrechter heeft bepaald dat vandaag het vonnis in deze zaak wordt uitgesproken.

2.2. Waar gaat de zaak over?

2.1.
[gedaagde] heeft een zorgverzekering bij Zilveren Kruis. Volgens Zilveren Kruis heeft [gedaagde] ten onrechte declaraties ingediend betreffende reiskosten van en naar locaties voor medische behandelingen. Zilveren Kruis heeft de declaraties voldaan en vordert in deze procedure terugbetaling daarvan. [gedaagde] weerspreekt dat zij nog iets verschuldigd is aan Zilveren Kruis.

3.De standpunten van partijen

3.1.
Zilveren Kruis wil een veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 4.992,78, bestaande uit € 4.286,04 aan hoofdsom, € 36,88 aan verschenen rente tot en met 8 december 2022 en € 669,86 aan buitengerechtelijke incassokosten. Verder vordert Zilveren Kruis een veroordeling tot betaling van proceskosten.
3.2.
[gedaagde] heeft in eerste instantie gesteld dat Zilveren Kruis in de dagvaarding niet voldaan heeft aan haar stelplicht en haar substantiëringsplicht. Het door Zilveren Kruis gevorderde bedrag aan hoofdsom is niet gespecificeerd, en in het meegestuurde factuuroverzicht slechts omschreven als “correctie”. Verder heeft Zilveren Kruis nagelaten om kopieën van de betreffende nota’s te voegen bij de dagvaarding. [gedaagde] heeft aangevoerd dat de dagvaarding wegens de voornoemde tekortkomingen nietig is dan wel dat de vordering afgewezen moet worden.
3.3.
In haar brief met producties van 24 mei 2022 heeft Zilveren Kruis de grondslag van haar vordering nader toegelicht. Zilveren Kruis stelt dat sprake is van ongerechtvaardigde verrijking, subsidiair van onrechtmatige daad. Zilveren Kruis stelt dat [gedaagde] onterecht en frauduleus reisdeclaraties heeft ingediend. Het aantal ingediende reisdeclaraties overstijgt het aantal medische behandelingen bij zorgverleners. Zilveren Kruis heeft daarbij een overzicht van de gedurende de jaren 2017 en 2018 door [gedaagde] gedeclareerde kilometers overgelegd, alsmede aan [gedaagde] gestuurde herinneringen en met [gedaagde] gevoerde correspondentie.
3.4.
Op de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] verklaard de door Zilveren Kruis aangeleverde overzichten onleesbaar, onnavolgbaar en incompleet te vinden. Ook heeft [gedaagde] gesteld dat zij contact met Zilveren Kruis heeft gehad over de declaraties omdat voor haar onduidelijk was dat ze de kilometers van een enkele reis moest opgeven als zij heen en weer was geweest. Toen vervolgens bleek dat Zilveren Kruis vraagtekens had over haar declaraties, heeft zij met een medewerker van Zilveren Kruis de lijst met ritten nagelopen. Er was ook sprake van bijvoorbeeld 3 ritten voor één behandeling omdat zij daarvoor meerdere zorglocaties moest bezoeken. Waar nodig zouden correcties worden doorgevoerd maar zij heeft daar nooit een terugkoppeling van gekregen. Het blijft voor haar heel onduidelijk waar het gevorderde bedrag uit bestaat.

4.De beoordeling door de kantonrechter

4.1.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat Zilveren Kruis slechts een standaard incassodagvaarding heeft uitgebracht, zonder duidelijke vermelding van de daadwerkelijke rechtsgrond van de vordering, zonder vermelding en onderbouwing van het juiste feitencomplex en zonder vermelding van, en reactie op, het verweer van [gedaagde] , dat gelet op wat er ter zitting naar voren is gebracht, wel bij Zilveren Kruis bekend was. Daarmee heeft Zilveren Kruis niet voldaan aan de eisen van een behoorlijke rechtspleging.
Artikel 111 lid 2 aanhef en onder d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) bepaalt immers dat de eiser de eis en de gronden daarvoor in de dagvaarding dient op te nemen (de stelplicht). De eiser moet op grond van dit artikel dus voldoende feiten stellen om het door hem ingeroepen rechtsgevolg te kunnen dragen. Daarnaast bepaalt artikel 111 lid 3 Rv dat de eiser de bewijsmiddelen waarover hij kan beschikken ter staving van de betwiste gronden dient op te nemen (de bewijs-aandraagplicht).
Niettemin ziet de kantonrechter geen aanleiding voor de conclusie dat de dagvaarding nietig is, mede gelet op de omstandigheid dat voor [gedaagde] , gelet op het contact tussen partijen voorafgaand aan de dagvaarding, wel duidelijk is geweest waar het over ging en wordt zij, gelet op het navolgende, ook niet in haar procesbelang geschaad.
4.2.
Na de conclusie van antwoord van [gedaagde] heeft Zilveren Kruis in haar brief van 24 mei 2022 de grondslag van de vordering duidelijk gemaakt en producties ingebracht. Op die producties heeft zij echter geen verdere toelichting gegeven, anders dan dat daaruit zou blijken hoe de hoofdsom is opgebouwd en dat is gecorrespondeerd tussen partijen. Bij haar brief van 14 november 2022 heeft Zilveren Kruis, zonder nadere toelichting, de van toepassing zijnde polisvoorwaarden overgelegd. De kantonrechter stelt vast dat uit de overgelegde producties niet zonder nadere toelichting is op te maken hoe de gevorderde hoofdsom is opgebouwd. Ook zou er volgens Zilveren Kruis meerdere malen aan [gedaagde] schriftelijk zijn toegelicht waar het bedrag uit bestond, maar ook dat kan de kantonrechter zonder nadere toelichting op de stukken niet vaststellen.
4.3.
Ingevolge de jurisprudentie van de Hoge Raad heeft in dit verband te gelden dat de eisen van een behoorlijke rechtspleging meebrengen dat een partij die een beroep doet op bepaalde producties ter onderbouwing van de gestelde feiten en omstandigheden, dit op een zodanige wijze moet doen dat voor de rechter duidelijk is welke stellingen hem ter beoordeling worden voorgelegd en dat voor de wederpartij duidelijk is waartegen zij zich dient te verweren. Het is dan ook aan Zilveren Kruis is om de stellingen waarop haar vordering berust te concretiseren en te onderbouwen. Producties kunnen dienen ter ondersteuning van stellingen, maar niet ter vervanging daarvan en Zilveren Kruis dient op begrijpelijke wijze aan te duiden welke delen van de producties relevant zijn. Het is niet aan de kantonrechter om in producties van partijen een zoektocht te ondernemen.
Zilveren Kruis heeft aan al deze eisen niet voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter nog aan Zilveren Kruis gevraagd om een nadere en duidelijke toelichting te geven op de ingediende producties. Zilveren Kruis heeft die niet gegeven, althans niet zodanig dat de kantonrechter in staat is de vordering te beoordelen. Wat [gedaagde] heeft gedeclareerd, wat daar niet goed aan was en wat er is gecorrigeerd, is niet duidelijk geworden. De kantonrechter kan aan de niet-naleving van de genoemde verplichtingen de gevolgen verbinden die zij geraden acht. De kantonrechter ziet in het voorgaande aanleiding de vorderingen van Zilveren Kruis af te wijzen.
4.4.
Zilveren Kruis zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Die worden aan de kant van [gedaagde] begroot op € 498,00
(2x tarief van € 249,00).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering van Zilveren Kruis af;
5.2.
veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 498,00;
5.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.H. Charbon, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 14 december 2022.