ECLI:NL:RBMNE:2022:6053
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de noodzaak van 24-uurs permanent toezicht in het kader van de Wet langdurige zorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, en verweerder, Centrum Indicatiestelling Zorg, vertegenwoordigd door mr. J.E. Koedood. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 20 mei 2022, waarin de aanvraag voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) werd afgewezen. Verweerder stelde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor 24-uurs zorg, omdat er volgens de medisch adviseur geen blijvende noodzaak voor permanent toezicht was.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was. De medisch adviseur had zorgvuldig onderzoek gedaan naar de situatie van eiser en had de beschikbare medische informatie in zijn beoordeling betrokken. Eiser had geen medische onderbouwing aangeleverd die aantoonde dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met zijn kwetsbare positie en medische klachten.
De rechtbank concludeerde dat de beperkingen van eiser (nog) niet leidden tot een blijvende behoefte aan 24-uurs zorg of permanent toezicht. De enkele stelling van eiser dat hij niet zelfredzaam is, was onvoldoende om de noodzaak van 24-uurs zorg te onderbouwen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier L.L. Hol.