ECLI:NL:RBMNE:2022:6053

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
22/2638
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de noodzaak van 24-uurs permanent toezicht in het kader van de Wet langdurige zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, en verweerder, Centrum Indicatiestelling Zorg, vertegenwoordigd door mr. J.E. Koedood. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 20 mei 2022, waarin de aanvraag voor zorg op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) werd afgewezen. Verweerder stelde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor 24-uurs zorg, omdat er volgens de medisch adviseur geen blijvende noodzaak voor permanent toezicht was.

De rechtbank heeft de zaak behandeld en na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was. De medisch adviseur had zorgvuldig onderzoek gedaan naar de situatie van eiser en had de beschikbare medische informatie in zijn beoordeling betrokken. Eiser had geen medische onderbouwing aangeleverd die aantoonde dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met zijn kwetsbare positie en medische klachten.

De rechtbank concludeerde dat de beperkingen van eiser (nog) niet leidden tot een blijvende behoefte aan 24-uurs zorg of permanent toezicht. De enkele stelling van eiser dat hij niet zelfredzaam is, was onvoldoende om de noodzaak van 24-uurs zorg te onderbouwen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter S.G.M. van Veen, in aanwezigheid van griffier L.L. Hol.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/2638
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 september 2022 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. D. Gürses),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg (verweerder)

(gemachtigde: mr. J.E. Koedood).

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van verweerder van 20 mei 2022 op 22 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de rechtbank hierna onder de beslissing.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Inleiding

1. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1961 en is bekend met psychiatrische en medische problematiek. In het besluit van 8 november 2021 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) afgewezen. Volgens verweerder voldoet eiser niet aan de gestelde voorwaarden, omdat er volgens de medisch adviseur geen sprake is van een blijvende noodzaak aan permanent toezicht en/of 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. In het besluit op het bezwaar van 20 mei 2022 (bestreden besluit) is verweerder bij dit standpunt gebleven.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Verweerder heeft zich kunnen baseren op het advies van de medisch adviseur van 11 april 2022 die zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar eisers situatie. Uit dit advies blijkt dat de medisch adviseur de beschikbare medische informatie bij de beoordeling heeft betrokken. Eiser heeft niet gesteld en het is ook niet gebleken dat de adviezen niet op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, niet concludent zijn of anderszins onjuist zijn.
De rechtbank stelt vast dat de medisch adviseur de grondslagen heeft vastgesteld en dat deze niet in geschil zijn.
Partijen verschillen van mening over beantwoording van de vraag of 24 uur per dag permanente toezicht noodzakelijk is. De medisch adviseur schrijft in zijn advies van 11 april 2022 dat niet is te onderbouwen dat niet in de zorgbehoefte van eiser kan worden voorzien met zorg op geplande momenten en eventueel zorg op afroep. De beperkingen van eiser leiden (nog) niet tot een blijvende behoefte aan 24 uurszorg in de nabijheid of permanent toezicht. De rechtbank begrijpt dat eiser zijn problematiek persoonlijk anders ervaart en dat dit voor hem een lastige situatie is.
Eiser heeft in beroep geen medische onderbouwing ingebracht waaruit blijkt dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn kwetsbare positie en medische klachten en dat hij wel deze zorg nodig heeft. De enkele stelling dat eiser niet zelfredzaam is bij de dagelijkse verrichtingen en een dringende behoefte heeft aan voortdurende begeleiding en verpleging is hiertoe onvoldoende.
3. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 september 2022 door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. L.L. Hol, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.