In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag van 21 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 22 december 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij is vastgesteld dat de beslistermijn door de verweerder is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 13 juni 2022 in gebreke gesteld, waarna zij op 10 oktober 2022 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van twaalf weken gegeven om een besluit bekend te maken, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De uiterste datum voor het nemen van een besluit is vastgesteld op 30 januari 2023. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun mogelijkheden om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.