In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij van mening is dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 10 mei 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 22 december 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij is vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft verweerder op 13 juni 2022 in gebreke gesteld en heeft vervolgens op 8 november 2022 beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen een termijn van twaalf weken na het indienen van het verweerschrift, dat op 21 november 2022 is ingediend, een besluit bekend te maken. De uiterste datum voor dit besluit is vastgesteld op 13 februari 2023. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door verweerder worden vergoed.