In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 22 december 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 23 december 2020 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Belastingdienst in gebreke was gesteld op 30 september 2022 en het beroep werd ingediend op 17 oktober 2022. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen twaalf weken na het verweerschrift, dat op 6 november 2022 was ingediend, een besluit moet nemen. Dit betekent dat de uiterste datum voor het nemen van een besluit 30 januari 2023 is, met een mogelijkheid tot verlenging van de termijn in specifieke gevallen.
Daarnaast heeft de rechtbank een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Belastingdienst de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 379,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.