Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 december 2017 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich (in een periode van 2 maanden) schuldig heeft gemaakt aan de feitelijke aanranding van de eerbaarheid van zes jonge vrouwen;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 13 januari 2018 en dat betrokkene op 26 maart 2018 is opgenomen in de [Verblijfplaats] ;
- de beslissing van deze rechtbank van 13 januari 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 9 december 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van de [Instelling] van 29 november 2021, opgemaakt door drs. [naam 1] (hoofd van de inrichting), drs. [naam 2] MA MSc (hoofd behandeling), drs. [naam 3] (directeur behandelzaken) en dr. [naam 4] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 20 oktober 2021, opgemaakt door J. Marx , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 19 oktober 2021, opgemaakt door A.J. de Groot , psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2020 en van 20 mei 2020 tot 25 augustus 2021.