Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 15 november 2008;
- de beslissing van deze rechtbank van 23 november 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 30 september 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar;
- het verlengingsadvies van de [verblijfplaats] van 14 september 2021, opgemaakt door [A] (plaatsvervangend hoofd van de instelling, psychiater en directeur patiëntenzorg) en [B] (GZ-psycholoog en behandelcoördinator), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 24 december 2021, opgemaakt door [C] , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 30 december 2021, opgemaakt door [D] , forensisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 1 oktober 2020 tot 21 december 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
- wijst af het verzoek van de verdediging tot aanhouding van de beslissing op de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging;
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.