Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
1.De stukken
- het arrest van het gerechtshof Arnhem van 5 november 2012 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachtingen en het bezit en vervaardigen van kinderporno;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 26 januari 2014;
- de beslissing van deze rechtbank van 27 januari 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 2 december 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar;
- het verlengingsadvies van de [verblijfplaats] van 25 november 2021, opgemaakt door [A] (hoofd behandeling), [B] (psychiater) en [C] (adjunct directeur behandeling en zorg en plaatsvervangend hoofd van de instelling), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling met verpleging te verlengen met twee jaar;
- het Pro Justitia-rapport van 5 november 2021, opgemaakt door [D] , psychiater;
- het Pro Justitia-rapport van 29 oktober 2021, opgemaakt door [E] , klinisch psycholoog;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode 12 november 2019 tot en met 5 oktober 2021.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de niet aan de inrichting verbonden deskundigen
5.Het standpunt van de officier van justitie
6.Het standpunt van de verdediging
7.Het oordeel van de rechtbank
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
- wijst af het verzoek tot aanhouding teneinde het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.