ECLI:NL:RBMNE:2022:5905

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
22/624
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van een telefonische hoorzitting in belastingzaken

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 december 2022, wordt het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar beoordeeld. Eiser had een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen van € 69,69, opgelegd op 9 maart 2021, wegens het niet betalen van parkeerbelasting op een gefiscaliseerde parkeerplaats. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar de heffingsambtenaar heeft dit ongegrond verklaard. Eiser heeft verzocht om een hoorzitting, maar was niet aanwezig op de telefonische hoorzitting die was gepland op 15 december 2021. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht heeft gekozen voor een telefonische hoorzitting, gezien de coronamaatregelen die op dat moment van kracht waren. Eiser had expliciet moeten verzoeken om een fysieke hoorzitting als hij dat had gewild. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/624
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 december 2021 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: V. Quacken),
en
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht(de heffingsambtenaar )
(gemachtigde: W.G. Vos).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 21 december 2021.
De heffingsambtenaar heeft aan eiser op 9 maart 2021 een naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [aanslagnummer] opgelegd van € 69,69 wegens het parkeren met auto, merk Volkswagen kenteken [kenteken] , op een zogenaamde gefiscaliseerde parkeerplaats, zonder dat de verschuldigde parkeerbelasting was voldaan.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 21 december 2022 op zitting behandeld door middel van een Teams-beeldverbinding. Hieraan heeft de gemachtigde van de heffingsambtenaar deelgenomen. De gemachtigde van eiser is met bericht van verhindering niet verschenen. Eiser is zelf ook niet verschenen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Feiten

1. Eiser heeft niet betwist dat zijn auto op 26 februari 2021 om 13:23 uur geparkeerd stond aan de Soendastraat in Utrecht en dat hij daarvoor geen parkeerbelasting heeft betaald. Eiser voert aan dat hoorplicht is geschonden, omdat hij niet is uitgenodigd op een fysieke hoorzitting.
2. De rechtbank is het niet met eiser eens. Zij legt hierna uit waarom.
3. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser in bezwaar heeft verzocht om te worden gehoord en dat de heffingsambtenaar hem dus in de gelegenheid moet stellen om te worden gehoord. [1] Ook niet in geschil is dat de heffingsambtenaar een aangetekende brief aan de gemachtigde heeft gestuurd met een uitnodiging voor een telefonische hoorzitting op
15 december 2021 om 13.00 uur en dat deze brief bij de gemachtigde is bezorgd.
4. De vraag die voorligt is of de heffingsambtenaar eiser had moeten uitnodigen voor een fysieke hoorzitting. De rechtbank vindt van niet. De rechtbank vindt dat de heffingsambtenaar er onder de omstandigheden die toen speelden er voor mocht kiezen om eiser uit te nodigen voor een telefonische hoorzitting. Er waren in die periode strenge coronamaatregelen van kracht en in december 2021 was er een lockdown. Eiser heeft in zijn bezwaarschrift niet specifiek verzocht om een fysieke hoorzitting. Als eiser dat wel had gewenst, had het op zijn weg gelegen om daarom te verzoeken nadat hij de uitnodiging voor de telefonische hoorzitting had ontvangen. Het is niet gebleken dat eiser daarom heeft verzocht.
5. Het komt voor eisers rekening en risico dat hij uiteindelijk helemaal niet is gehoord in bezwaar. De heffingsambtenaar heeft namelijk toegelicht dat hij op 15 december 2021 en 16 december 2021 meerdere keren zonder resultaat telefonisch contact heeft gezocht met de gemachtigde, en eiser heeft dit niet betwist.
6. De heffingsambtenaar mocht eiser dus uitnodigen voor een telefonische hoorzitting. De uitspraken en arresten die eiser noemt in zijn beroepschrift en de reactie op het verweerschrift van 13 december 2022 geven de rechtbank geen aanleiding om hier anders over te denken.
7. Het beroep is ongegrond. Voor een vergoeding van de proceskosten bestaat geen aanleiding.
8. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van mr. I. Zallali, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 21 december 2022.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 25 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.