11.BESLISSING
- verklaart het onder parketnummer 16/121705-21 feit 3 en onder parketnummer 16/072055-22 feit 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf
een gedeelte van 96 (zesennegentig) dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
* zich binnen 2 dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland, op het adres Polluxstraat 114-116, 5631 ES te Eindhoven of via telefoonnummer 088-8041504, zolang en frequent de reclassering dit noodzakelijk acht om het reclasseringstoezicht uit te oefenen;
* zich gedurende de proeftijd zal laten opnemen bij [Instelling] , kliniek voor forensische jeugdpsychiatrie te Eindhoven, of soortgelijke instelling, zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt de 12 maanden of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de opname en behandeling. Indien de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, zal betrokkenen meewerken aan de indicatiestelling en plaatsing;
* mee zal werken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van betalingsregelingen, ook als dat inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Betrokkene zal inzicht geven in zijn financiën en schulden;
* mee zal werken aan controle van het gebruik van alcohol en/of drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak en wanneer betrokkene zal worden gecontroleerd;
* mee zal werken aan het verkrijgen en/of behouden van een door de reclassering goedgekeurde dagbesteding in de vorm van (vrijwilligers)werk en/of scholing, ook indien dat inhoudt dat betrokkene wordt toegeleid naar een instantie die hem hierbij begeleid, zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met zijn medeverdachten [medeverdachte 2] (geboren [geboortedatum 2] 2003), [medeverdachte 1] (geboren [geboortedatum 5] 2002), [medeverdachte 4] (geboren [geboortedatum 3] 2005), [medeverdachte 5] (geboren [geboortedatum 4] 2004) en [medeverdachte 6] (geboren [geboortedatum 6] 2003) en de slachtoffers [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum 7] 1990) en [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 8] 2003), zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van [slachtoffer 1] hoofdelijk toe tot een bedrag van € 2.664,74;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 november 2020 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 2.664,74 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 november 2020 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 36 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] hoofdelijk toe tot een bedrag van € 597,-;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2020 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 597,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 november 2020 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 11 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- heft op het - reeds geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door S.D. Groen, voorzitter, mrs. G. Schnitzler en E.J. van Rijssen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Steijns, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 november 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
t.a.v. parketnummer 16/121705-21:
feit 1:hij op of omstreeks 11 november 2020 te Stoutenburg, gemeente Leusden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, o.a. een telefoon (type/merk: Samsung S10), een kledingstuk (vest), een autosleutel, drankverpakkingen (o.a. Fanta en Amstel Radler), deodorant en/of een portemonee (met inhoud, o.a. meerdere bankpassen), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door een of meerdere malen
- in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of de buik en/of het scrotum althans het lichaam van die [slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen en/of
- op/tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 1] te schoppen en/of
- die [slachtoffer 1] (dwingend) om de pincode van de bankpas en/of om de ontgrendelingscode van de telefoon te vragen en/of
- "Ben je wel goed bij je hoofd, we maken je kapot" althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer 1] te zeggen en/of te roepen;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
feit 2:hij op of omstreeks 11 november 2020 te Stoutenburg, gemeente Leusden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de
afgifte van een horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)door een of meerdere malen
- in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd en/of de buik en/of het scrotum althans het lichaam van die [slachtoffer 1] te slaan en/of te stompen en/of
- op/tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 1] te schoppen en/of
- die [slachtoffer 1] (dwingend) om de pincode van de bankpas en/of om de ontgrendelingscode van de telefoon te vragen en/of
- "Ben je wel goed bij je hoofd, we maken je kapot" althans woorden van gelijkende dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer 1] te zeggen en/of te roepen; en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) dwingend te vragen om zijn horloge af te doen en/of af te geven;
( art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht )
feit 3:hij op of omstreeks 11 november 2020 te Hoevelaken, gemeente Nijkerk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldsom (ter waarde van 500 euro), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel door gebruik te maken van een pinpas en/of (bijhorende) pincode waartoe, hij verdachte en/of zijn mededader(s), niet gerechtigd was/waren;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
feit 4:hij op of omstreeks 19 november 2020 te Stoutenburg, gemeente Leusden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een scooterbeenkleed (kleur: zwart), schoenen (merk: Dsquared, kleur: zwart) en/of een horloge (merk: Seiko, kleur: zilverkleurig), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
door een of meerdere malen
- op/tegen de benen althans het lichaam van die [slachtoffer 2] te schoppen en/of
- in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd althans het lichaam van die [slachtoffer 2] te slaan en/of te stompen en/of
- (dwingend en/of dreigend) aan die [slachtoffer 2] om het beenkleed, om de schoenen en/of om het horloge te vragen;
( art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
t.a.v. parketnummer 16/072055-22:
feit 1:
hij op of omstreeks 14 oktober 2021 te Woudenberg, in elk geval in Nederland, (een) wapen(s) van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten twee messen,
zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen;
( art 27 lid 1 Wet wapens en munitie )
feit 2:
hij op of omstreeks 15 oktober 2021 te Veenendaal, in elk geval in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een gaspistool, van het merk Zorak, type 917, kaliber 9mm P.A.K. zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
feit 3:
hij op of omstreeks 15 oktober 2021 te Veenendaal, in elk geval in Nederland, munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 3 scherpe knalpatronen van het kaliber 9mm P.A. Knall, merk UMA (rex), en/of
- 3 scherpe gaspatronen van het kaliber 9mm PA PV, merk Wadie, en/of
- 24 scherpe knalpatronen van het kaliber 9mm, P.A. Knall, merk UMA (rex), en/of
- 7 scherpe gaspatronen van kaliber 9mm PA PV, merk Wadie,
voorhanden heeft gehad;
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )