Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
- Dhr. S. Hafsi, namens Samen Veilig Midden-Nederland;
- Mw. C. Anhof, namens de Raad voor de Kinderbescherming.
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
De Raad beschrijft tevens dat verdachte na schorsing van de voorlopige hechtenis een positievere houding laat zien, maar het nog niet is gelukt om over verdachtes delictgedrag te praten. De Raad acht verlenging van het huidige toezicht noodzakelijk om de ingezette lijn voort te kunnen zetten. De Raad adviseert daarom een deels voorwaardelijke en een deels onvoorwaardelijke jeugddetentie (gelijk aan de duur van het voorarrest), met begeleiding door de jeugdreclassering gedurende de proeftijd op te leggen, met daaraan als bijzondere voorwaarden gekoppeld dat verdachte zich inzet voor een dag- en vrijetijdsbesteding en volgens rooster onderwijs volgt. Wat betreft de noodzaak of een contactverbod nog onderdeel zou moeten uitmaken van de bijzondere voorwaarden refereert de Raad zich aan het oordeel van de rechtbank. De Raad adviseert de rechtbank om daarnaast een geheel onvoorwaardelijke taakstraf in de vorm van een werkstraf op te leggen.
9.BESLAG
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 33, 33a, 36b, 36d, 47, 63, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg van het Wetboek van Strafrecht; en
- 13 en 55 van de Wet wapens en munitie; en
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
11.BESLISSING
een jeugddetentie van 73 dagen;
een gedeelte van 30 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
werkstraf van 40 uren;
- 15 – 1 STK Snorfiets (PL0900-2021373206-G2679151, Zwart, merk: Piaggio, chassisnr: ZAPCA020100001545)
- 1 – 230 EUR (IBG 25-11-2021, G2912160)
- 2 – 60 EUR (IBG 25-11-2021, G2912162)
- 9 – 1 STK Weegschaal (G2912159)
- 10 – 1 STK Verpakkingsmateriaal (G2912161)
- 3 – 1 STK Drugs (G2912167)
- 4 – 51 STK Drugs (G2912166)
- 5 – 4 STK Drugs (G2912187)
- 7 – 59 STK Drugs (G2912177)
- 11 – 1 STK Balletjespistool (G2912154, KWS)
- 12 – 1 STK Nep vuurwapen incl. houder met balletjes (G2912155)
- 13 – 1 STK Taser (G2912156)
- 14 – 1 STK Alarmpistool (G2912157)
hij, op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 25 november 2021 te Vleuten, gemeente Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )
veerdrukpistool, wapennummer [wapennummer 2] , kaliber 6mm, heeft voorhanden gehad;
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )