ECLI:NL:RBMNE:2022:5867

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
1632039821
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor dealen van cocaïne en heroïne met jeugddetentie

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 30 september 2022 uitspraak gedaan tegen een verdachte, geboren in 2004, die zich schuldig heeft gemaakt aan het dealen van cocaïne en heroïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 25 november 2021 tot en met 19 mei 2022 in Utrecht samen met anderen meermalen cocaïne en heroïne heeft verkocht en in bezit had. De verdachte is op 25 november 2021 betrapt met een aanzienlijke hoeveelheid drugs, waaronder 143 bolletjes cocaïne en 1 bolletje heroïne. Daarnaast werd hij op 19 mei 2022 opnieuw aangehouden met 13 bolletjes cocaïne en 7 bolletjes heroïne. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 150 dagen, waarvan 38 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder een psychologisch rapport dat een normoverschrijdende gedragsstoornis vaststelde. De rechtbank heeft de verdachte ook de kans op recidive in overweging genomen en heeft besloten tot een combinatie van vrijheidsbeneming en begeleiding.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/320398-21; 16-184575-20 (TUL) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 30 september 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2004 te [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] , [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek achter gesloten deuren op de terechtzittingen van 17 juni 2022 en 16 september 2022. De inhoudelijke behandeling van de zaak heeft op 16 september 2022 plaatsgevonden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. N. Schapendonk en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.C. Hesen, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
Ter terechtzitting waren tevens aanwezig:
  • de moeder van verdachte;
  • mw. S. M’ghaoudh, namens Samen Veilig Midden-Nederland;
  • dhr. R.J. Verhoek, namens de Raad voor de Kinderbescherming.

2.TENLASTELEGGING

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
t.a.v. feit 1:
in de periode van 25 november 2021 tot en met 19 mei 2022 te Utrecht samen met (een) ander(en) heeft gedeald in cocaïne en/of heroïne;
t.a.v. feit 2:
op 25 november 2021 te Utrecht samen met (een) ander(en) 143 bolletjes (ongeveer 28,36 gram) cocaïne en één bolletje (ongeveer 0,17 gram) heroïne, aanwezig heeft gehad;
t.a.v. feit 3:
op 25 november 2021 te Utrecht samen met (een) ander(en) 50,94 gram en 8,54 gram hasj aanwezig heeft gehad;
t.a.v. feit 4:
op 13 september 2021 te Utrecht, 5 wikkels (ongeveer 2,65 gram) cocaïne aanwezig heeft gehad;
t.a.v. feit 5:
op 19 mei 2022 te Utrecht, 13 bolletjes (ongeveer 3,37 gram) cocaïne en 7 bolletjes (ongeveer 0,92 gram) heroïne aanwezig heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte op 25 november 2021 voor het eerst samen met medeverdachte [medeverdachte] wordt gezien. Verdachte kwam hoogstens wel eens bij medeverdachte [medeverdachte] thuis, maar dit is onvoldoende om aan te nemen dat hij de in de woning van medeverdachte [medeverdachte] ( [adres 2] in [plaats 1] ) aangetroffen drugs voorhanden heeft gehad. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van de delen van de tenlastelegging die betrekking hebben op de drugs die zijn aangetroffen op de [adres 2] .
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
-
Feiten 1, 2, 3 en 5:
Waarnemingen verbalisanten op 25 november 2021
Op 25 november 2021 ziet verbalisant [verbalisant 1] omstreeks 17:30 uur dat er op de [straat 1] ter hoogte van de skatebaan in Maarssen een scooter van het merk Vespa met kenteken [kenteken 1] stopt met daarop twee mensen. De verbalisant herkent de bestuurder als medeverdachte [medeverdachte] en de bijrijder als verdachte [verdachte] . De scooter stopt ter hoogte van de skatebaan, waarna er een jongen naar de personen op de scooter loopt. Er is ongeveer één minuut contact tussen de jongen en [verdachte] en [medeverdachte] . [verdachte] en [medeverdachte] rijden vervolgens weer weg. [2] Rond 18:00 uur ziet verbalisant [verbalisant 2] [verdachte] en [medeverdachte] op een Vespa in Utrecht over de [straat 2] rijden in de richting van de [straat 3] . Vlaak voor de kruising tussen deze twee straten stopt de Vespa en stapt de bijrijder af. De bijrijder steekt vervolgens de straat over en loopt recht op een man af die daar staat te wachten. Deze persoon blijkt later [afnemer 1] te zijn. [afnemer 1] en de bijrijder staan een halve meter van elkaar af, met de voorzijde van hun lichamen naar elkaar toe gericht. [3] De bijrijder en [afnemer 1] verrichten gedurende 10 tot 15 seconden handelingen met hun handen. De bijrijder en [afnemer 1] gaan vervolgens abrupt uit elkaar en de brijrijder loopt terug richting de Vespa, waarna de bijrijder en de bestuurder op de Vespa wegrijden. [afnemer 1] fietst weg en wordt aangehouden door de politie. [4] [afnemer 1] verklaart bij de politie dat hij met zijn telefoon [ [telefoonnummer 1] ] gebeld heeft naar een nummer wat hij per SMS had doorgekregen, in zijn telefoon opgeslagen onder ‘ [naam] ’ [ [telefoonnummer 2] ] en voor een tientje coke heeft gehaald. [5] In de portemonnee van [afnemer 1] wordt een klein doorzichtig blauw zakje met daarin wit poeder aangetroffen, in beslag genomen onder goednummer PL0900-2021373228-2912122. [6] Dit zakje is door de politie als volgt onderzocht en aangeboden bij het NFI [7] :
Goednummer PL0900-2021373228-2912122
Blauw bolletje met wit poeder 0,08 gram
SIN - AAPE4696NL
Relatie met SIN AAOW1170NL
Bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [8]
Rond 18:25 uur ziet verbalisant [verbalisant 3] op de [straat 4] te Utrecht een snorfiets rijden en parkeren voor de Gamma. Verbalisant [verbalisant 3] herkent de bestuurder als verdachte [verdachte] . Verdachte [verdachte] loopt naar een Volkswagen Beetle toe en maakt contact met de bestuurder. Het raam aan de bijrijderszijde wordt omlaag gedaan en verdachte [verdachte] overhandigt de bestuurder iets kleins. De bestuurder geeft verdachte [verdachte] iets over wat hij wegstopt. Het contact tussen de bestuurder en verdachte [verdachte] duurt niet langer dan 10 seconden. Verdachte [verdachte] loopt terug naar de snorfiets, stapt op en rijdt weg. [9] De bestuurder van de Volkswagen Beetle met kenteken [kenteken 2] naar later blijkt te zijn [afnemer 2] , rijdt weg richting de [straat 5] en wordt aangehouden door de politie. [10] [afnemer 2] verklaart dat hij een bolletje wilde kopen voor een tientje. Hij kreeg nadat hij aan ‘die gozer’ betaald had een plastic zakje overhandigd en is toen weggereden. [11] Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 4] treffen in het voertuig van [afnemer 2] een stukje vetvrij papier dat tot een bolletje gekneed was aan, in beslag genomen onder goednummer PL0900-2021373206-2912167. [12] Dit pakketje is door de politie als volgt onderzocht en aangeboden bij het NFI [13] :
Goednummer PL0900-2021373206-2912167
Bolletje met wit brokje 0,22 gram
SIN - AAPE4695NL
Relatie met SIN – AAPH1086NL
Bevat blijkens het NFI-rapport 0,22 gram cocaïne. [14]
Nadat verdachte [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte] over de [straat 4] zijn weggereden worden zij aangehouden door verbalisant [verbalisant 5] . [15]
Telefonische contacten tussen afnemers en dealer
Bij verdachte [verdachte] wordt een mobiele telefoon aangetroffen, waarin zich een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer 2] bevindt. [16] Afnemer [afnemer 1] heeft de politie toestemming gegeven om met zijn telefoon het laatst gekomen nummer, te weten het nummer van zijn dealer, te bellen. De politie ziet dan dat de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen telefoon af gaat en in het scherm het telefoonnummer van verdachte [afnemer 1] zichtbaar wordt. Bij het nummer van [afnemer 1] [ [telefoonnummer 1] ] stond de naam [afnemer 1] [
zijnde de voornaam van afnemer [afnemer 1]] vermeld. [afnemer 1] verklaarde dat genoemd telefoonnummer van hem was. [17] Afnemer [afnemer 2] blijkt in het bezit te zijn van een telefoon met telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Uit de historische telefoongegevens van de onder verdachte [verdachte] in beslag genomen telefoon blijkt dat er op 25 november 2021 om 18:24:41 uur contact is geweest tussen [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 2] . Het gesprek van 25-11-2021 te 18.24.41 uur is het gesprek voordat [afnemer 2] werd aangehouden. [18]
Aantreffen drugs in onderbroek verdachte 25 november 2021
Bij verdachte [verdachte] is een Opiumfouillering toegepast. Verbalisant [verbalisant 6] voelt boven de linker lies van verdachte een onnatuurlijke bobbel met kleine bolletjes. Vervolgens trekt de verbalisant de rand van de broek van verdachte [verdachte] iets naar voren en ziet hij dat verdachtes ondergoed heel goed opgetrokken zat. Nadat de verbalisant de rand van het ondergoed iets naar voren trekt ziet hij een [verdachte] van een plastic zakje. [19] Op het politiebureau heeft verbalisant [verbalisant 7] verdachte [verdachte] verder onderzocht. In zijn onderbroek worden twee plastic zakjes aangetroffen. In het eerste zakje zitten gesealde kleine witte bolletjes in een blauwe en transparante verpakking en in het tweede zakje zitten drie zakjes wiet en drie zakjes met op hasj gelijkende blokjes, gewikkeld in een transparante folie.
Deze bij fouillering in de onderbroek van verdachte [verdachte] aangetroffen partij drugs wordt door de politie als volgt onderzocht en aangeboden aan het NFI [20] :
Goednummer PL0900-2021373206-2912109 [21] 16 stuks Blauwe bolletjes met witte inhoud
SIN - AAPE 4693NL
Relatie met SIN – AAPH1087NL
Deze 2,25 gram bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [22]
Goednummer PL0900-2021373206-2912113 [23] 10 bolletjes transparant verpakt, inhoud witte substantie
SIN - AAPE4694NL
Relatie met SIN – AAPH1084NL
Deze 2,17 gram bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [24]
Goednummer PL0900-2021373206-2912114 [25] Wit bolletje, 0,17 gram
SIN - AAPE4692NL
Relatie met SIN – AAPH1088NL
Bevat blijkens het NFI-rapport heroïne. [26]
Goednummer PL0900-2021373206-2912118 [27]
5,02 gram
3 zakjes met wiet
De test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hashish, vermeld op lijst II van de Opiumwet. [28]
Goednummer PL0900-2021373206-2912104 [29]
3,52 gram
3 blokjes hasj gewikkeld in folie
De test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hashish, vermeld op lijst II van de Opiumwet. [30]
Aantreffen drugs [adres 2]
Op 25 november 2021 wordt de woning waar medeverdachte [medeverdachte] woonachtig is doorzocht. [31] In de woning wordt onder meer het volgende aangetroffen:
Goednummer PL0900-2021373206-2912187 [32]
3x ponyac "scarface, lx ponypack "anonymous' 1,78 gram
SIN - AAPE4691NL
Relatie met SIN – AAPH1085NL
Bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [33]
Goednummer PL0900-2021373206-2912177 [34]
59 stuks Bolletjes wit poeder, 13,24 gram
SIN - APEA698NL
Relatie met SIN – AAPH1083NL
Bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [35]
Goednummer P0900-2021373206-2912166 [36]
51 stuks Blauwe trasparante verpakking, Bolletjes 8,10 gram
SIN - AAPE4697NL
Relatie met SIN – AAPH1089NL
Bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [37]
Goednummer PL0900-2021373206-2912175 [38]
25,11 gram
23 stukjes hasj apart verwikkeld in plasticfolie
De test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hashish, vermeld op lijst II van de Opiumwet. [39]
Goednummer PL0900-2021373206-2912163 [40]
25,83 gram
Zak met hennep
De test gaf een reactie, indicatief voor THC, zijnde de werkzame stof in hennep en hashish, vermeld op lijst II van de Opiumwet. [41]
Aanwezigheid verdachte [verdachte] [adres 2]
Op camerabeelden is waar te nemen dat verdachte [verdachte] op 25 november 2021 en de maandag en dinsdag daarvoor meerdere malen zelfstandig de woning van aan de [adres 2] verlaat, een fiets uit de schuur pakt en enige tijd later weer alleen de woning binnengaat. [42] In een kledingkast op de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte] treft de politie een schoolpas aan op naam van verdachte [verdachte] . [43] Voorts verklaart de moeder van medeverdachte [medeverdachte] dat verdachte [verdachte] vaak bij haar thuis was, wel eens bleef logeren en dat zij een jas en gympen van verdachte in haar huis heeft gevonden die ze graag wil retourneren aan de moeder van verdachte. [44]
Waarnemingen verbalisanten 19 mei 2022
Op 19 mei 2022 bevindt verbalisant [verbalisant 8] zich voor de woning aan de [adres 3] te [plaats 2] . Op dit adres woont [A] , bij de politie gelabeld als harddrugs gebruiker. Omstreeks 14:45 uur komt er een personenauto met kenteken [kenteken 3] aanrijden waarin 2 personen zitten. De twee personen lopen in de richting van de voordeur van [A] en komen iets later de portiek uitgelopen. Verbalisant [verbalisant 8] vraagt naar een identiteitsbewijs van de bijrijder en ziet dat deze persoon [verdachte] is. Verbalisant [verbalisant 9] treft een bolletje cocaïne aan bij de bestuurder van de auto. [45] In de broekzakken van verdachte [verdachte] wordt geld en een telefoon aangetroffen. Verbalisant [verbalisant 8] gaat vervolgens de woning van [A] binnen en ziet op een tafel een bolletje met wit poeder in een geel plasticje liggen. [A] verklaart hierover dat zij zojuist bezoek heeft gehad van twee jongens. Zij had deze jongens gebeld en twee bolletjes cocaïne gekocht voor elk €20,-. Dit was aan haar gegeven door de donker getinte jongen, die vaker komt brengen. Voor de verbalisant was duidelijk dat zij hiermee verdachte [verdachte] bedoelde. [46]
Aantreffen drugs in onderbroek verdachte [verdachte] op 19 mei 2022
In de onderbroek van verdachte [verdachte] worden twee plastic zakjes aangetroffen. In een zakje zitten een aantal kleine witte bolletjes met daaromheen geel plastic en in het andere zakje zitten een aantal kleine bruine bolletjes. [47] De aangetroffen partij drugs wordt door de politie als volgt onderzocht en aangeboden aan het NFI [48] :
PL0900-2022141472-2992675
SIN AAPE4599NL
Relatie met SIN AAOQ1427NL
7 Bolletjes met bruin poeder 0,92 gram.
Bevat blijkens het NFI-rapport heroïne. [49]
PL0900-2022141472-2992669
SIN AAPE4598NL
Relatie met SIN AAOQ1426NL
1 bolletje 0.26 gram.
Bevat blijkens het NFI rapport cocaïne. [50]
PL0900-2022141472-2992667
SIN AAPE4600NL
Relatie met SIN AAOQ1425NL, AAOQ1424NL
11 bolletjes 2.88 gram.
SIN AAOQ1425NL bevat blijkens het NFI-rapport 0,61 gram cocaïne. [51]
SIN AAOQ1424NL bevat blijkens het NFI-rapport 2,27 gram cocaïne. [52]
PL0900-2022141472-2992660
SIN: AAPE4597NL
Relatie met SIN: AAOQ1423NL
Geel bolletje 0.23 gram.
Bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [53]
Verdachte heeft op de zitting erkend dat hij op 19 mei 2022 in Utrecht 13 bolletjes (3,37 gram) cocaïne en 7 bolletjes (0,92 gram) heroïne bij zich had. [54]
De hiervoor genoemde bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt tot bewijs van het feit waarop zij blijkens hun inhoud in het bijzonder betrekking hebben.
-
Feit 4:
Op 13 september 2021 omstreeks 03.35 uur zien verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 10] een jongen op de [straat 6] te Utrecht op een snorfiets rijden. De verbalisanten geven deze jongen een stopteken en zien in de linker jaszak van hem een blauw transparant zakje met diverse witte wikkels.. Verbalisanten stelden de identiteit van de jongen vast doormiddel van een geldige identiteitskaart, als zijnde de volgende persoon: [verdachte] , geboren te [geboortedatum 1] 2004 te [geboorteplaats 1] . [55] De aangetroffen partij drugs wordt door de politie als volgt onderzocht en aangeboden aan het NFI [56] :
Goednummer PL0900-2021292474-2875218
SIN: AANR0132NL
Relatie met SIN: AAPD2911NL
5 stuks ponypacks wikkels met wit poeder/brokjes
Deze 2,56 gram bevat blijkens het NFI-rapport cocaïne. [57]
Verdachte heeft op de zitting erkend dat hij deze 5 wikkels (2,65 gram) cocaïne op 13 september 2021 in Utrecht bij zich had. [58]
Bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van het onder feit 2 en 3 ten laste gelegde medeplegen. De rechtbank verwerpt dat verweer en overweegt daartoe dat uit voorgaande bewijsmiddelen volgt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op 25 november 2021 samen op een scooter zaten en bezig waren met het dealen in (hard)drugs. Verder concludeert de rechtbank dat de verdachte in die tijd bij medeverdachte [medeverdachte] in de woning aan de [adres 2] in [plaats 1] verbleef. In een kledingkast op de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte] is immers een schoolpas op naam van verdachte gevonden. Op camerabeelden is verder waar te nemen dat verdachte op 25 november 2021 – dus de dag waarop verdachte en medeverdachte samen hebben gedeald – en de maandag en dinsdag daarvoor meerdere malen zelfstandig de woning van medeverdachte [medeverdachte] verlaat, een fiets uit de schuur pakt en enige tijd later weer alleen de woning binnengaat. Voorts heeft de moeder van medeverdachte [medeverdachte] verklaard dat verdachte vaak bij haar thuis was, wel eens bleef logeren en dat zij een jas en gympen van verdachte in haar huis heeft gevonden die ze graag wil retourneren aan de moeder van verdachte. Verdachte heeft niet willen verklaren waar hij in de periode rondom 25 november 2021 dan verbleef. Op basis van de voornoemde feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dan ook dat verdachte in die periode in de woning van medeverdachte [medeverdachte] verbleef en op de hoogte is geweest van de aanwezigheid van de cocaïne en de hasj op de slaapkamer van medeverdachte en dat zij dit samen voorhanden hebben gehad, kennelijk met het doel om het samen te verkopen, zoals zij ook hebben gedaan op 25 november 2021. De rechtbank zal verdachte dan ook veroordelen voor het in vereniging voorhanden hebben van de onder feiten 2 en 3 ten laste gelegde cocaïne en hasj.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
t.a.v. feit 1:
op meerdere tijdstippen in de periode van 25 november 2021 tot en met 19 mei 2022 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, meermalen, telkens opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,;
t.a.v. feit 2:
op 25 november 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad 28,36 gram van een materiaal bevattende cocaïne en 0,17 gram, van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I:
t.a.v. feit 3:
op 25 november 2021 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad 50,94 gram en 8,54 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II:
t.a.v. feit 4:
op 13 september 2021 te Utrecht, opzettelijk aanwezig heeft gehad 5 wikkels (2,65 gram), van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
t.a.v. feit 5:
op 19 mei 2022 te Utrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad 13 bolletjes (3,37 gram) van een materiaal bevattende cocaïne en 7 bolletjes (0,92 gram) van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en heroïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
t.a.v. feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
t.a.v. feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
t.a.v. feit 3:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
t.a.v. feit 4
: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
t.a.v. feit 5:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een jeugddetentie van 150 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 38 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om rekening te houden met het lange voorarrest en de omstandigheid dat het feit in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend blijkens het psychologisch onderzoek. De raadsman verzoekt de rechtbank verder het advies van de Raad te volgen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het dealen van cocaïne en heroïne en het in het bezit hebben van een ruime hoeveel cocaïne en hasj. Het gebruik van harddrugs is zeer schadelijk voor de volksgezondheid. Verdachte heeft door zijn handelen de gezondheid van de kopers in gevaar gebracht. De handel in cocaïne staat bovendien in verband met verschillende vormen van criminaliteit, overlast en illegale geldstromen en vormt daarmee een bron van overlast voor de samenleving. Verdachte heeft hieraan door zijn handelen bijgedragen. Voor de negatieve gevolgen van zijn handelen heeft verdachte kennelijk geen oog gehad. De rechtbank rekent het verdachte bijzonder aan dat hij tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis opnieuw is gaan dealen. Verdachte heeft daarmee aangetoond lak te hebben gehad aan de regels die hem werden opgelegd.
Persoon van de verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte d.d. 25 juni 2022;
- een psychologisch rapport van 24 februari 2022, opgesteld door mw. drs. B. Meijer, GZ-psycholoog;
- een advies van de Raad van 6 september 2022, opgesteld door R.J. Verhoek, raadsonderzoeker.
De psycholoog stelt bij verdachte een normoverschrijdende gedragsstoornis, een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling (met antisociale en narcistische trekken), een stoornis in cannabisgebruik en een disharmonisch intelligentieprofiel vast. Deze stoornissen waren ook ten tijde van het plegen van de onder feiten 1, 2 en 3 ten laste gelegde aanwezig en de psycholoog adviseert de rechtbank om deze ten laste gelegde feiten bij een bewezenverklaring in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Verdachte is een beïnvloedbaar persoon en de aantrekkingskracht tot een negatieve, antisociale vriendenkring en levensstijl in Utrecht is groot. Verdachte is gebaat bij externe structuur, kaders, begrenzing/toezicht en voorspelbaarheid van zijn omgeving en heeft een langdurig hulpverleningstraject met woon- en algemene begeleiding nodig om zich positief te kunnen ontwikkelen. Dat traject dient gericht te zijn op zijn psychopathologie, gedrag, verslavings-, relaties-, opleiding/werk- en omgevingsproblemen, waarbij erop gelet wordt dat er bij de gezonde aspecten van verdachtes persoonlijkheidsontwikkeling aangesloten wordt. Om de kans op recidive te verkleinen wordt forensische poliklinische hulpverlening, zoals geboden kan worden door Fivoor Utrecht, geadviseerd, ook wanneer dit inhoudt dat verdachte mee moet werken aan een kamer/woon-begeleidingstraject zoals St. de Rading of St. Singelzicht. Wanneer er geen bijzondere voorwaarden opgelegd worden, blijft het risico op recidive en de mogelijkheid dat verdachte ontspoort volgens de psycholoog hoog. De psycholoog adviseert de rechtbank daarnaast om de bijzondere voorwaarden te koppelen aan een (fors) voorwaardelijk strafgedeelte met een proeftijd van maximaal drie jaar.
De rechtbank neemt het advies van de psycholoog ten aanzien van de toerekening van de feiten over en rekent het bewezenverklaarde in verminderde mate toe aan verdachte. Dit geldt ook ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten 4 en 5.
Het advies van Raad sluit grotendeels aan op het advies van de psycholoog. Uit het advies van de Raad komt naar voren dat verdachte inmiddels weer thuis woont met het zeer strakke ITB Harde Kern maatregel, inclusief elektronische monitoring. De Raad schat de kans op herhaling van een zwaar strafbaar feit hoog in en acht voortzetting van het huidige strakke schorsingskader van groot belang. De Raad adviseert de rechtbank om, gelet op het lange voorarrest, geen aanvullende onvoorwaardelijke straf meer op te leggen. De nadruk dient thans te liggen op het creëren van omstandigheden waarbinnen verdachte rust en stabiliteit ervaart, de relatie met zijn moeder goed kan houden, een dagbesteding, pro sociale vrienden en een leeftijdsadequate vrijetijdsbesteding heeft. Voorts is het volgens de Raad van belang dat verdachte meewerkt aan behandeling voor zijn middelengebruik, houding en emotieregulatie. De Raad adviseert de rechtbank daarnaast om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Ter terechtzitting heeft mw. S. M’ghaouch, namens Samen Veilig Midden-Nederland, ter aanvulling op de rapportages naar voren gebracht dat er inmiddels een intake gesprek bij De Waag heeft plaatsgevonden en dat er bij verdachte kleine stappen in de goede richting zijn waar te nemen. Verdachte is echter niet gemotiveerd voor behandeling bij De Waag en heeft een lastige thuissituatie. Een eventueel begeleid wonen traject is op dit moment voor verdachte niet haalbaar.
Ter terechtzitting heeft dhr. R.J. Verhoek, namens de Raad, in aanvulling op het strafadvies naar voren gebracht dat verdachte met de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht voldoende gestraft is en het thans het belangrijkst is dat verdachte kan gaan werken, hiermee inkomen verwerft en meer stabiliteit krijgt.
Strafoplegging
Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een straf conform de eis van de officier van justitie passend en geboden is. De rechtbank zal aan de verdachte dan ook een jeugddetentie voor de duur van 150 dagen, waarvan 38 dagen voorwaardelijk opleggen, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad, te weten de maatregel van Toezicht en Begeleiding, waaronder 6 maanden in het kader van ITB Hard Kern, een locatiegebod met elektronische controle, behandeling bij De Waag, het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding, het geven van inzicht in middelengebruik en meewerken aan behandeling hiervoor en een contactverbod met de medeverdachte. Door het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie gelijk te stellen aan het voorarrest, hoeft verdachte niet terug naar de justitiële jeugdinstelling. Het voorwaardelijke deel met een proeftijd van twee jaren vormt een stok achter de deur om ervoor te zorgen dat de verdachte in de toekomst niet opnieuw strafbare feiten zal plegen en zodat hij begeleiding en toezicht krijgt die hij nodig heeft. De rechtbank zal de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat de juridische gronden hiervoor ontbreken.
De rechtbank zal het - inmiddels geschorste - bevel voorlopige hechtenis opheffen.

9.BESLAG

Onder verdachte zijn op 25 november 2021 de volgende goederen in beslag genomen:
1. EUR ( PL0900-2021373206-2912099);
2 - 3 BLO Hashish (PL0900-2021373206-G2912104)
3 - 16 BLO Verdovende Middelen (PL0900-2021373206-G2912109)
4 - 10 BOL Verdovende Middelen (PL0900-2021373206-G2912113)
5 - 1 BOL Verdovende Middelen PL0900-2021373206-G2912114)
6 - 3 ZAK Hennep (PL0900-2021373206-G2912118) -
7 - 1 STK Telefoontoestel – (PL0900-2021373206-G2912346)
Onder verdachte zijn op 19 mei 2022 de volgende goederen in beslag genomen:
8 - 1 geel bolletje met witte brokjes (PL0900-2022141472-2992660)
9 - 1 bolletje geel bolletje met witte brokjes (PL0900-2022141472-2992669)
10 - 11 bolletjes, 1x wit en 10x geel (PL0900-2022141472-2992667)
11 - 7 bolletjes met bruin poeder (PL0900-2022141472-2992675)
12 - € 198,40, bestaande uit 5x 20euro, 3x 10euro, lx 50euro, 2x 5euro en 8,40 euro (PL0900-2022141472-2992695).
9.1
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de goederen zoals vermeld op de beslaglijst onder nummers 1 en 12 verbeurd te verklaren. De geldbedragen zijn immers opbrengsten van de drugshandel. De officier van justitie heeft voorts gevorderd om de drugs zoals vermeld op de beslaglijst onder nummers 2 tot en met 6 en 8 tot en met 12 te onttrekken aan het verkeer. De telefoon zoals vermeld onder nummer 7 op de beslaglijst kan geretourneerd worden aan verdachte.
9.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om de telefoon te retourneren aan verdachte en heeft zich voor het overige gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Beslissing van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal de in beslag geldbedragen zoals vermeld op de beslaglijst onder nummers 1 en 12 verbeurd te verklaren. Het geld is geheel of grotendeels uit baten van het strafbare feit verkregen.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal de in beslag genomen hoeveelheden drugs, zoals vermeld op de beslaglijst onder nummers 2 tot en met 6 en 8 tot en met 12 onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de in beslag genomen telefoon zoals vermeld op de beslaglijst onder nummer 7. Deze telefoon behoort toe aan verdachte en is niet vatbaar voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering verzet zich niet tegen teruggave

10.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Op 1 maart 2021 is verdachte onder parketnummer 16/184575-20 door de kantonrechter van deze rechtbank ter zake van een overtreding van de Leerplichtwet veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 30 uren.
10.1
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
10.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om het advies van de Raad te volgen en de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.
10.3
Beslissing van de rechtbank
De Raad heeft de rechtbank geadviseerd om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, omdat dit geen pedagogische meerwaarde meer heeft. Verdachte heeft de consequenties van het zich niet houden aan voorwaarden door opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis inmiddels ervaren. De rechtbank volgt het advies van de Raad en zal de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde taakstraf afwijzen.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen:
  • 33, 33a, 36b, 36d, 47, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg van het Wetboek van Strafrecht; en
  • 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet;
zoals die artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een jeugddetentie van 150 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de jeugddetentie
een gedeelte van 38 dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van twee (2) jaren vast;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
* zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste 6 maanden zullen bestaan uit de maatregel ITB Harde Kern, binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Samen Veilig Midden-Nederland, Tiberdreef 8 (3561 GG) Utrecht, en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht en zich houdt aan de aanwijzingen die hem in dit kader worden gegeven;
* zich zal houden aan het locatiegebod (bestaande uit huisarrest totdat verdachte een dagbesteding heeft, bestaande uit werk en/of school), waarbij verdere afspraken gelden conform het eerder uitgebracht deeladvies elektronische monitoring;
* mee zal werken aan behandeling bij De Waag of een soortgelijke behandeling bij een soortgelijke ambulante forensische instelling, zolang de jeugdreclassering dat nodig acht en zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door de behandelaar en/of jeugdreclassering worden gegeven;
* zich zal (blijven) inzetten voor het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van school en/of werk en zich zal houden aan alle afspraken in dit kader;
* inzicht zal geven in zijn middelengebruik en mee zal werken aan behandeling hiervoor indien de jeugdreclassering dat nodig acht en zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door de behandelaar en/of jeugdreclassering worden gegeven;
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal hebben met medeverdachte [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] 2004 te [geboorteplaats 2] ;
- waarbij aan voornoemde jeugdreclasseringsinstelling de opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
  • 1 - 185,6 EUR ( PL0900-2021373206-2912099);
  • 12 - € 198,40, 5x 20euro, 3x 10euro, lx 50euro, 2x 5euro en 8,40 euro (PL0900-2022141472-2992695).
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 3 - 3 BLO Hashish (PL0900-2021373206-G2912104)
  • 4 - 16 BLO Verdovende Middelen (PL0900-2021373206-G2912109)
  • 5 - 10 BOL Verdovende Middelen (PL0900-2021373206-G2912113)
  • 6 - 3 ZAK Hennep (PL0900-2021373206-G2912118)
  • 8 - 1 geel bolletje met witte brokjes (PL0900-2022141472-2992660)
  • 9 - 1 bolletje geel bolletje met witte brokjes (PL0900-2022141472-2992669)
  • 10 - 11 bolletjes, 1x wit en 10x geel (PL0900-2022141472-2992667)
  • 11 - 7 bolletjes met bruin poeder (PL0900-2022141472-2992675)
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
7 - 1 STK Telefoontoestel – (PL0900-2021373206-G2912346)
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 16-184575-20
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging.
Voorlopige hechtenis
- heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mrs. N.M.H. van Ek en P.M. Leijten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L. Steijns, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 september 2022.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
Feit 1:
hij, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 november 2021 tot en met 19 mei 2022 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Feit 2:
hij, op of omstreeks 25 november 2021 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (in totaal) 143 bolletjes en/of eenheden, althans ongeveer 28,36 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer één bolletje en/of eenheid, althans ongeveer 0,17 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Feit 3:
hij, op of omstreeks 25 november 2021 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (in totaal) 50,94 gram en/of 8,54 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
( art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
Feit 4:
hij, op of omstreeks 13 september 2021 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (in totaal) 5 wikkels en/of eenheden, althans 2,65 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )
Feit 5:
hij, op of omstreeks 19 mei 2022 te Utrecht, althans in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (in totaal) 13 bolletjes en/of eenheden, althans ongeveer 3,37 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of ongeveer 7 bolletjes en/of eenheden, althans 0,92 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van27 mei 2022, genummerd 2021373357, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 276. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , pagina 25.
3.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] , p. 21.
4.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 2] , p. 22.
5.Proces-verbaal van verhoor verdachte [afnemer 1] , p. 160.
6.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] , p. 31.
7.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 107.
8.NFI rapport 2021.11.29.219 (aanvraag 001), p. 109.
9.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] , p. 26.
10.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 3] , p. 27.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [afnemer 2] , p. 155.
12.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 4] , p. 28.
13.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 95.
14.NFI rapport 2021.11.29.023 (aanvraag 005), p. 103.
15.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 5] , pagina 18.
16.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 13] , p. 149.
17.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 5] , p. 19.
18.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 13] , p. 149-150.
19.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 6] , p. 16.
20.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 20 [PL0900-2022141472-27].
21.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 232.
22.NFI-rapport 2021.11.29023 (aanvraag 006), p. 104
23.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 235.
24.NFI-rapport 2021.11.29.023 (aanvraag 003), p. 100.
25.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 238.
26.NFI-rapport 2021.11.29.023 (aanvraag 007), p. 105.
27.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 241.
28.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 87.
29.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 229.
30.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 88.
31.Processen-verbaal, p. 35 en p. 37.
32.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 255
33.NFI-rapport 2021.11.29.023 (aanvraag 004), p. 101.
34.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 252.
35.NFI-rapport 2021.11.29.023 (aanvraag 02), p. 99.
36.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 246.
37.NFI-rapport 2021.11.29.023 (aanvraag 001), p. 102.
38.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 250.
39.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 87.
40.Kennisgeving van inbeslagneming, p. 259.
41.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 88.
42.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 15] , p. 83.
43.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 11] en [verbalisant 10] , p. 69.
44.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 14] , p. 84.
45.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 8] , p. 5 [PL0900-2022141472-8].
46.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 8] , p. 6 [PL0900-2022141472-8].
47.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 16] , p. 16 [PL0900-2022141472-17].
48.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 20 [PL0900-2022141472-27].
49.NFI rapport 2022.05.20.110 (aanvraag 005).
50.NFI rapport 2022.05.20.110 (aanvraag 004).
51.NFI rapport 2022.05.20.110 (aanvraag 003).
52.NFI rapport 2022.05.20.110 (aanvraag 002).
53.NFI rapport 2022.05.20.110 (aanvraag 001).
54.Proces-verbaal van de terechtzitting van 16 september 2022, inhoudende de verklaring van verdachte.
55.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 10] , p. 3 [PL0900-2021292474-2]
56.Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 20 [PL0900-2022141472-13].
57.NFI-rapport 2021.09.13.116 (aanvraag 001), p. 9 [PL0900-2022141472].
58.Proces-verbaal van de terechtzitting van 16 september 2022, inhoudende de verklaring van verdachte.