ECLI:NL:RBMNE:2022:582
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omzetting van taakstraf in leerstraf voor minderjarige na positieve ontwikkeling
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 9 februari 2022 een beslissing genomen op een bezwaarschrift van een minderjarige, geboren in 2003, die eerder was veroordeeld tot een taakstraf van 110 uren. De minderjarige had echter geen uren gewerkt en er waren verschillende pogingen ondernomen om hem te motiveren. De Raad voor de Kinderbescherming adviseerde om de werkstraf om te zetten in een leerstraf, gezien de positieve ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter heeft het bezwaarschrift gegrond verklaard en bepaald dat de minderjarige een leerstraf van 35 uren, een digitale opdracht van 20 uren en een werkstraf van 45 uren moet verrichten. De kinderrechter heeft ook een vervangende jeugddetentie van 50 dagen opgelegd voor het geval de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij de kinderrechter de positieve veranderingen in zijn gedrag heeft meegewogen. De termijn voor het uitvoeren van de taakstraf is vastgesteld op 12 maanden na de uitspraak.