In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 december 2022, is het beroep van eiseres tegen de Belastingdienst/Toeslagen aan de orde. Eiseres, woonachtig in Duitsland, heeft beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 23 december 2020 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres verweerder op 16 februari 2022 in gebreke heeft gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 18 oktober 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is. Verweerder is verplicht om alsnog een besluit te nemen, en de rechtbank heeft bepaald dat dit binnen twaalf weken na het verweerschrift moet gebeuren, met de mogelijkheid om hiervan af te wijken in bijzondere gevallen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 december 2022. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.