ECLI:NL:RBMNE:2022:5705
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verplichting tot medewerking aan onderzoek naar rijgeschiktheid na vermoedens van ongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 december 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.S. Pot, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Dit besluit verplichtte eiser om medewerking te verlenen aan een onderzoek naar zijn rijgeschiktheid, naar aanleiding van een mededeling van de politie over zijn rijgedrag. De rechtbank heeft vastgesteld dat het primaire besluit op 10 mei 2022 is genomen en dat het bezwaar van eiser op 2 september 2022 ongegrond is verklaard.
Tijdens de zitting heeft de rechtbank de feiten en omstandigheden rondom het rijgedrag van eiser beoordeeld. De politie had op 5 maart 2022 geobserveerd dat eiser langzaam optrok bij verkeerslichten, niet binnen zijn rijbaan bleef en slingerend reed. Eiser verklaarde dat hij medicijnen gebruikte, maar ontkende dat dit invloed had op zijn rijgedrag. De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren voor het vermoeden dat eiser niet over de benodigde rijgeschiktheid beschikte. De rechtbank vond het mutatierapport van de politie gedetailleerd en consistent, en er was geen aanleiding voor verweerder om nadere vragen te stellen.
De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de verplichting tot medewerking aan het onderzoek naar rijgeschiktheid in stand blijft. Eiser is gewezen op de mogelijkheid van hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.