Uitspraak
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
tegenis opgezegd geen sprake zijn.
in conventieals volgt vastgesteld:
in reconventievastgesteld op € 124,50 aan salaris gemachtigde (2 punten x € 249,- x factor 0,5).
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [eiseres] B.V. en [gedaagde] B.V. over de huur van een bedrijfsruimte. [eiseres] huurt van [gedaagde] een bedrijfsruimte en is het niet eens met de opzegging van de huurovereenkomst door [gedaagde]. De kantonrechter heeft op 30 november 2022 uitspraak gedaan. [gedaagde] heeft de huurovereenkomst op 11 januari 2022 opgezegd, maar [eiseres] stelt dat deze opzegging niet tijdig is gedaan. Volgens [eiseres] is de huurovereenkomst op 1 januari 2018 voor vijf jaar aangegaan, met de mogelijkheid tot verlenging. De kantonrechter oordeelt dat de schriftelijke huurovereenkomst van toepassing is en dat [gedaagde] niet tijdig heeft opgezegd. Hierdoor is de huurovereenkomst per 1 januari 2023 verlengd voor een aansluitende periode van vijf jaar. De primaire vordering van [eiseres] wordt toegewezen, terwijl de vordering in reconventie van [gedaagde] wordt afgewezen. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.